1.4Op 27 juni 2019 heeft eiser verzocht zijn functie opnieuw te beschrijven en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 op het niveau van ‘wapensysteemmanager’ (schaal 11) te waarderen.
Wat heeft verweerder besloten?
2. Bij het primaire besluit, dat bij het bestreden besluit is gehandhaafd, heeft verweerder het verzoek van eiser van 27 juni 2019 afgewezen. Hiertoe heeft verweerder verwezen naar de beoordeling van de functie van eiser door de heroverwegingscommissie in het kader van de besluitvorming over de plaatsing in de reorganisatie. De heroverwegingscommissie heeft volgens verweerder zorgvuldig onderzocht of eiser op grond van zijn toenmalige bedenkingen per 1 oktober 2019 moest worden geplaatst in de functie wapensysteemmanager en heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is. Gezien het onderzoek door de heroverwegingscommissie is er geen reden om een nieuw onderzoek naar de beschrijving en waardering van de functie van eiser te laten verrichten. De heroverwegingscommissie had de werkzaamheden reeds getoetst aan de opvolgende functie van “wapensysteemmanager” (schaal 11).
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser vindt dat zijn functie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 moet worden gewaardeerd op het niveau van wapensysteemmanager. Sinds deze datum is hij naast de instandhouding ook verantwoordelijk voor de normstelling en de materiële zeewaardigheid. Alle wapensysteem managementfuncties die de normstelling bevatten zijn volgens eiser met schaal 11 gewaardeerd.
Eiser stelt dat zijn functie vergelijkbaar was met die van zijn collega, de heer [C] (hierna: [C] .), het enige verschil is dat eiser de bovenwatersystemen deed en [C] . de onderwatersystemen. Omdat de functie van [C] . een schaal 11 functie is, dient ook de functie van eiser op schaal 11 gewaardeerd te worden.
Eiser geeft aan dat hij niet door de heroverwegingscommissie is gehoord, maar dat hij onaangekondigd tijdens zijn vakantie is gebeld door de afdeling personeelszaken, waarbij niet is aangegeven dat de reden van het telefonisch contact de zienswijze van eiser betrof. Hij heeft ook geen schriftelijk verslag ontvangen.
Eiser verzoekt schadevergoeding op grond van artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank beoordeelt allereerst of eiser (nog) procesbelang heeft, nu hij vanaf 1 augustus 2019 werkzaam is in een andere functie die is gewaardeerd op schaal 12. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Het bestreden besluit ziet immers op het verzoek van eiser om zijn oude functie opnieuw te beschrijven en hoger te waarderen vanaf 1 januari 2017. Hoewel partijen over de precieze gevolgen van mening verschillen, staat genoegzaam vast dat een eventuele hogere waardering met terugwerkende kracht gevolgen kan hebben voor het salaris van eiser in zijn oude en de nieuwe functie.
4. De rechtbank constateert verder dat verweerder het bestreden besluit heeft genomen onder verwijzing naar het advies van de heroverwegingscommissie dat heeft geleid tot het plaatsingsbesluit van 14 juni 2019. Gevraagd naar de relatie tussen het plaatsingsbesluit en het bestreden besluit heeft verweerder ter zitting, kort samengevat, verklaard dat hij het verzoek van eiser van 27 juni 2019 niet heeft aangemerkt als een verzoek om terug te komen op het plaatsingsbesluit. Verweerder heeft slechts de aan dat besluit ten grondslag liggende inhoudelijke overwegingen om eiser niet te plaatsen in de functie van wapensysteemmanager (schaal 11) ook ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit. Nu verweerder het verzoek van eiser aldus niet heeft aangemerkt als een herhaalde aanvraag, zal de rechtbank beoordelen of de geboden motivering toereikend is om het verzoek van eiser inhoudelijk af te wijzen.
5. Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat volgens vaste rechtspraak van de hoogste ambtenarenrechter de rechterlijke toetsing bij functiewaardering terughoudend is. De rechter moet beoordelen of de waardering op onvoldoende gronden berust. Dit betekent dat pas tot vernietiging van de bestreden waardering wordt overgegaan als deze als onhoudbaar wordt aangemerkt. Daarvoor is ontoereikend dat een andere waardering op zichzelf verdedigbaar is.
6. De rechtbank is van oordeel dat de weigering om de werkzaamheden van eiser vanaf 1 januari 2017 opnieuw te beschrijven en te waarderen op het niveau van de functie wapensysteemmanager (schaal 11) op een ontoereikende motivering berust en overweegt daartoe als volgt.