ECLI:NL:RBDHA:2023:9342
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenzaak met Nigeriaanse eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de bewaring van een Nigeriaanse eiser. De eiser was op 12 augustus 2022 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Na een periode van detentie heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 13 juni 2023 de maatregel van bewaring opgeheven, waarna de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was. De rechtbank heeft zich vervolgens gericht op de vraag of de eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van bewaring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van opheffing. De eiser voerde aan dat er geen zicht was op uitzetting binnen een redelijke termijn, omdat hij na zijn uitzetting naar Nigeria in een kliniek moest worden opgenomen, waarvoor een familielid aanwezig moest zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser niet volledig meewerkte aan zijn uitzetting, wat betekende dat er geen reden was om aan te nemen dat het zicht op uitzetting ontbrak. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en wees het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak werd gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.