ECLI:NL:RBDHA:2023:9267
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige inbewaringstelling van een Syrische asielzoeker en toekenning van schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Syrische asielzoeker, eiser, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat de gronden die door de staatssecretaris waren aangevoerd onvoldoende zwaar waren gemotiveerd. Eiser had op 16 juni 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, maar de rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank stelde vast dat eiser wel degelijk had meegewerkt aan zijn overdracht naar Oostenrijk, en dat de argumenten van de staatssecretaris niet voldoende waren om een significant risico op onttrekking aan te nemen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de bewaring met terugwerkende kracht en kende eiser een schadevergoeding toe van € 700,- voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. Daarnaast werden de proceskosten van eiser vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.