ECLI:NL:RBDHA:2023:9195
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van ZW-uitkering en afwijzing WW-uitkering wegens geen privaatrechtelijk dienstverband
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een werknemer die een Ziektewet (ZW) uitkering ontving, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser had zijn ZW-uitkering aangevraagd na zich ziek te melden op 30 maart 2020, maar de Uwv heeft deze uitkering op basis van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen eiser en zijn voormalige werkgever, [bedrijfsnaam] B.V., en dat eiser derhalve niet als werknemer kon worden aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de intrekking van de ZW-uitkering en de afwijzing van de WW-uitkering terecht waren. Eiser had niet aangetoond dat hij daadwerkelijk werkzaamheden had verricht voor [bedrijfsnaam] B.V. en de rechtbank oordeelde dat de Uwv voldoende bewijs had geleverd dat er sprake was van een gefingeerd dienstverband. Eiser heeft geen objectief bewijs kunnen leveren om zijn stelling te onderbouwen dat hij recht had op de uitkeringen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiser af.