ECLI:NL:RBDHA:2023:9192
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een militair wegens wangedrag en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in de beroepen van eiser tegen het ontslag en de schadevergoeding opgelegd door de staatssecretaris van Defensie. Eiser, een militair, was in dienst getreden bij de Koninklijke Landmacht en werd op 1 oktober 2019 ontslagen wegens wangedrag. Dit ontslag volgde op een onderzoek naar het onrechtmatig gebruik van dienstvoertuigen voor privédoeleinden en het onterecht dragen van militaire onderscheidingen. Eiser had in de periode van 4 januari 2016 tot 1 juni 2018 op grote schaal gebruik gemaakt van dienstvoertuigen voor privédoeleinden, wat leidde tot een schorsing en uiteindelijk ontslag. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten tot ontslag, omdat eiser zich schuldig had gemaakt aan wangedrag dat niet in overeenstemming was met de integriteit die van een militair wordt verwacht. Eiser had ook een schadevergoeding van € 652,- opgelegd gekregen voor het onrechtmatig gebruik van de dienstvoertuigen. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat de opgelegde maatregelen proportioneel waren, gezien de ernst van het wangedrag. Eiser had niet aangetoond dat hij niet op de hoogte was van de ontoelaatbaarheid van zijn gedragingen, en de rechtbank vond dat de staatssecretaris in redelijkheid tot ontslag had kunnen overgaan. De rechtbank droeg verweerder op het betaalde griffierecht aan eiser te vergoeden en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiser.