In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 16 mei 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft allereerst ambtshalve de vraag beantwoord of eiser procesbelang heeft bij het beroep. De staatssecretaris heeft op 20 juni 2023 meegedeeld dat eiser op 15 juni 2023 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft niet gereageerd op het verzoek van de rechtbank om informatie over de verblijfplaats van eiser. De rechtbank concludeert dat, gezien het uitblijven van informatie van de gemachtigde, eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland.
Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Het beroep is derhalve niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.