Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Bahamaanse nationaliteit heeft. Eiser is op 23 mei 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 5 juni 2023 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de zaak behandeld en de argumenten van eiser overwogen.
Eiser voerde aan dat hij onterecht is staande gehouden, omdat hij zich bij het station met twee tassen bevond en dit onvoldoende reden was voor een controle. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verbalisant eiser omstreeks 11.15 uur heeft gezien en dat er voldoende redenen waren voor de controle. De rechtbank oordeelde dat de staandehouding niet onrechtmatig was en dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren. Eiser heeft de gronden van de maatregel niet betwist, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 juni 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.