Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2023 in de zaken tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser 1
Hommerson Sportland 2000 BV, uit Den Haag, eiseres 2
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om eiseres 2, Hommerson Sportland 2000 BV, een omgevingsvergunning te verlenen voor de locatie aan de [locatie] [nummer 1] in [plaats]. Het college had op 28 oktober 2020 de aanvraag afgewezen, en dit besluit werd in het bestreden besluit van 17 juni 2021 gehandhaafd. De rechtbank heeft de zaak op 9 juni 2023 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigden aanwezig waren.
Eiseres 2 had een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal en wilde deze verplaatsen naar de Scheveningse Haven, maar het college weigerde de omgevingsvergunning op basis van het bestemmingsplan en het Havenconvenant. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag niet kon worden gehonoreerd. De rechtbank stelt vast dat de weigering niet is gebaseerd op planologisch beleid en dat de argumenten van het college niet voldoende onderbouwd zijn.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat eiseres 2 een gerechtvaardigde verwachting had dat haar aanvraag zou worden goedgekeurd, gezien eerdere toezeggingen van de gemeente. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college moet onderzoeken of de aanvraag alsnog kan worden gehonoreerd. Tevens moet het college de proceskosten en het griffierecht vergoeden aan de eisers.