AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en nationaliteit in geschil met strijd tegen zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de nationaliteit van de eiser in geschil is. De eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben, heeft een asielaanvraag ingediend in Griekenland en is sindsdien in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag van de eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, en de aanvraag van de eiseres, mede namens haar minderjarige kinderen, niet-ontvankelijk verklaard op basis van de veronderstelling dat Tanzania als veilig derde land kan worden beschouwd. De rechtbank heeft de beroepen van eisers behandeld en vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de Somalische identiteit van de eiser. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen door niet nader onderzoek te doen naar de door eiser gestelde Somalische persoonsgegevens. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en oordeelt dat de staatssecretaris nieuwe besluiten moet nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Tevens wordt het terugkeerbesluit vernietigd, omdat de eiser in het bezit is van een Griekse verblijfstatus. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van eisers.
Voetnoten
1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw.
2.Afgegeven te Mogadishu op 14 mei 2015.
3.Afkomstig van de Somalische ambassade in Brussel, afgegeven op 16 maart 2023.
4.Op grond van artikel 30b, eerste lid, onder c, van de Vw.
5.De Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel.
7.Zoals neergelegd in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste lid, van de Kwalificatierichtlijn (omgezet in artikel 31, tweede lid, van de Vw). Arrest van het Hof van Justitie van 22 november 2012, M. tegen Ierland, ECLI:EU:C:2012:744, punt 66-68.
9.Artikel 4, vijfde lid, van de Kwalificatierichtlijn.
10.De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
11.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 28 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:661. 12.Algemeen ambtsbericht over Somalië, december 2021, pagina 41.
13.Uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 26 april 2023, ECLI:EU:C:2023:365.