In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 10 maart 2023 en is eerder getoetst op 3 april 2023. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 9 juni 2023 en heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden die eiser heeft aangevoerd.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft aangevoerd dat er onvoldoende zicht op uitzetting naar Marokko bestaat, omdat er geen reactie van de Marokkaanse autoriteiten is ontvangen. De rechtbank oordeelt echter dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het zicht op uitzetting ontbreekt. De staatssecretaris heeft voldoende voortvarend gewerkt aan de uitzetting, ondanks dat eiser heeft geweigerd om in gesprek te gaan. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris voldoende stappen heeft ondernomen en dat er geen reden is om aan te nemen dat de uitzetting niet kan plaatsvinden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en blijft in stand. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten van eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. N. ter Horst, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 juni 2023.