ECLI:NL:RBDHA:2023:8868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inbreuk op handelsnaamrecht tussen AeroNed en AvioNed Aerospace
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen AeroNed B.V. en AvioNed Aerospace B.V. AeroNed, een technisch handelsbedrijf in vliegtuig- en helikopteronderdelen, vorderde dat AvioNed Aerospace zou worden verboden de handelsnaam 'AvioNed' te voeren, omdat dit inbreuk zou maken op haar handelsnaamrecht. AeroNed stelde dat de handelsnaam 'AvioNed' slechts in geringe mate afwijkt van haar handelsnaam 'AeroNed', wat verwarring bij het publiek zou veroorzaken. AvioNed Aerospace voerde verweer en betwistte dat er sprake was van verwarringsgevaar, onder andere omdat de aard van beide ondernemingen wezenlijk verschilt en de gebruikte handelsnamen beschrijvende elementen bevatten.
De rechtbank oordeelde dat er inderdaad verwarringsgevaar is te duchten, gezien de grote overeenkomsten tussen de handelsnamen en de aard van de ondernemingen. De rechtbank concludeerde dat AvioNed Aerospace inbreuk maakt op het handelsnaamrecht van AeroNed en gebiedde AvioNed Aerospace om het gebruik van de handelsnaam 'AvioNed' binnen vier weken na betekening van het vonnis te staken. Daarnaast werd AvioNed Aerospace veroordeeld in de proceskosten van AeroNed, die in totaal € 7.560,97 bedroegen, te vermeerderen met wettelijke rente.
De rechtbank benadrukte dat de handelsnaam 'AeroNed' geen zuiver beschrijvende naam is en dat het gebruik van de naam 'AvioNed' door AvioNed Aerospace onrechtmatig is, gezien de verwarring die dit bij het publiek kan veroorzaken. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de bescherming van handelsnamen onder de Handelsnaamwet en de noodzaak om verwarring bij consumenten te voorkomen.