Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan de eiser, een Albanese vreemdeling, de maatregel van bewaring was opgelegd. De bewaring was opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 31 mei 2023 heeft de staatssecretaris de maatregel van bewaring opgeheven, maar de rechtbank moest nog beoordelen of de bewaring onrechtmatig was en of eiser recht had op schadevergoeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de termijn voor het verstrekken van nadere inlichtingen heeft overschreden, maar heeft besloten om de te late inlichtingen toch in de beoordeling te betrekken. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris ten onrechte geen contact heeft opgenomen met het Openbaar Ministerie (OM) over de voorgenomen uitzetting, aangezien hij als verdachte van een strafbaar feit was aangehouden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris inderdaad contact met het OM had moeten opnemen, omdat er een strafrechtelijk voortraject was en de uitzetting niet kon plaatsvinden zonder dat het OM daarover was geïnformeerd.
De rechtbank concludeerde dat de bewaring onrechtmatig was met ingang van 26 mei 2023, omdat de staatssecretaris niet aan zijn verplichtingen had voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en kende eiser een schadevergoeding toe van € 800,- voor de onrechtmatige detentie, alsook een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 1.674,-. De uitspraak werd gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt op 15 juni 2023.