Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiseres,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond; en
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan over het beroep van eiseres, een Poolse vreemdeling, tegen de maatregel van bewaring die haar was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 20 mei 2023, waarin de maatregel van bewaring werd opgelegd. Tijdens de zitting op 31 mei 2023, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiseres bijgestaan door haar gemachtigde, mr. D. Schaap, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. G. Cambier.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres onterecht aanvoert dat er onrechtmatigheden hebben plaatsgevonden in het voortraject van haar aanhouding. De rechtbank oordeelt dat de aanhouding op basis van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht rechtmatig was, omdat eiseres geen geldig legitimatiebewijs kon tonen. De rechtbank wijst erop dat het niet aan de bewaringsrechter is om te oordelen over andere dan vreemdelingenrechtelijke bevoegdheden.
Verder concludeert de rechtbank dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist en dat deze voldoende zijn toegelicht. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de procedure, en dat er geen reden is om te concluderen dat de maatregel onrechtmatig is. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.