ECLI:NL:RBDHA:2023:8316
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking van een boetebesluit door de Kansspelautoriteit en de afweging van belangen in een voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de vennootschap [verzoekster] Ltd. tegen de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit. De zaak betreft een openbaarmakingsbesluit van 20 december 2022, waarbij de Kansspelautoriteit een bestuurlijke boete van € 12.640.000,- heeft opgelegd aan verzoekster voor het zonder vergunning aanbieden van kansspelen via haar website. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het openbaarmakingsbesluit en verzocht om schorsing van dit besluit. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat de openbaarmaking onomkeerbare gevolgen kan hebben voor verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de belangen van de Kansspelautoriteit bij openbaarmaking zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster. De rechter heeft overwogen dat de boete een preventieve werking heeft en dat openbaarmaking van boetebesluiten bijdraagt aan de transparantie van het toezicht. Verzoekster heeft niet concreet gemaakt in welke mate zij daadwerkelijk wordt benadeeld door de openbaarmaking. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat de belangenafweging in het voordeel van de Kansspelautoriteit uitvalt. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.