ECLI:NL:RBDHA:2023:8316

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AWB - 23 _ 186
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarmaking van een boetebesluit door de Kansspelautoriteit en de afweging van belangen in een voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de vennootschap [verzoekster] Ltd. tegen de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit. De zaak betreft een openbaarmakingsbesluit van 20 december 2022, waarbij de Kansspelautoriteit een bestuurlijke boete van € 12.640.000,- heeft opgelegd aan verzoekster voor het zonder vergunning aanbieden van kansspelen via haar website. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het openbaarmakingsbesluit en verzocht om schorsing van dit besluit. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat de openbaarmaking onomkeerbare gevolgen kan hebben voor verzoekster.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de belangen van de Kansspelautoriteit bij openbaarmaking zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster. De rechter heeft overwogen dat de boete een preventieve werking heeft en dat openbaarmaking van boetebesluiten bijdraagt aan de transparantie van het toezicht. Verzoekster heeft niet concreet gemaakt in welke mate zij daadwerkelijk wordt benadeeld door de openbaarmaking. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat de belangenafweging in het voordeel van de Kansspelautoriteit uitvalt. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/186
uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 maart 2023 op het verzoek om een voorlopige voorziening van
de vennootschap [verzoekster] Ltd., te [vestigingsplaats] ( [land] ), verzoekster
(gemachtigden: mr. G.S. Billet en J.L. Vissers),
tegen

de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, verweerder

(gemachtigden: mrs. M.J. Reitsema en R.G.J. Wildemors).

Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2022 (openbaarmakingsbesluit) heeft verweerder besloten tot openbaarmaking van het besluit van dezelfde datum (boetebesluit), waarin verweerder een bestuurlijke boete van € 12.640.000,- aan verzoekster heeft opgelegd voor overtreding van de Wet op de Kansspelen (Wok).
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit openbaarmakingsbesluit. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft de voorzieningenrechter laten weten dat het openbaarmakingsbesluit wordt opgeschort tot en met 21 februari 2023. Tijdens de zitting heeft verweerder het openbaarmakingsbesluit op verzoek van de rechtbank geschorst totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 februari 2023 op zitting behandeld, gezamenlijk met het verzoek met zaaknummer SGR 23/184, inzake het boetebesluit. Na de zitting zijn de zaken gesplitst. In beide zaken wordt afzonderlijk uitspraak gedaan.
Verzoekster heeft zich op de zitting laten vertegenwoordigen door [naam] , directeur van verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Verweerder heeft aan verzoekster een boete van € 12.640.000,- opgelegd omdat zij – kort gezegd – zonder vergunning gelegenheid heeft gegeven aan consumenten in Nederland om via haar website deel te nemen aan kansspelen. Verweerder wil het boetebesluit openbaar maken. Verzoekster is het daar niet mee eens. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om het openbaarmakingsbesluit te schorsen.
Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?
Is er sprake van een spoedeisend belang?
2. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. Voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld, moet eerst worden beoordeeld of er sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er in dit geval sprake van een spoedeisend belang, omdat de openbaarmaking van het boetebesluit onomkeerbaar is.
Belangenafweging.
3. De vraag of het boetebesluit openbaar mag worden gemaakt hangt samen met de beoordeling, of verweerder terecht een boete (van dergelijke hoogte) aan verzoekster heeft opgelegd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter leent de voorlopige voorzieningenprocedure zich in dit geval niet voor die beoordeling. De voorzieningenrechter zal dan ook alleen beoordelen, of het belang van verzoekster bij toewijzing van de gevraagde voorziening, opweegt tegen het algemeen belang van verweerder bij afwijzing daarvan. Daarbij komt aan het algemeen belang een groot gewicht toe.
4. Verzoekster stelt in dit kader dat de boete die is opgelegd de hoogste boete is die verweerder ooit heeft opgelegd. Openbaarmaking van de boete zal leiden tot massale aandacht van zowel nationale als internationale media. De naam van verzoekster zal daarmee op negatieve wijze in het nieuws komen. Dit leidt volgens verzoekster tot onomkeerbare reputatieschade. Het hele concern zal worden getroffen. Leveranciers van essentiële bedrijfsonderdelen zullen overeenkomsten beëindigen als gevolg van het feit dat de naam van verzoekster op negatieve wijze in het nieuws zal komen. Deze gevolgen moeten zoveel mogelijk worden beperkt, gelet op de evident onjuiste en onrechtmatige wijze van het berekenen van de omzet waardoor het boetebedrag vele malen hoger uitvalt, dan het maximale bedrag dat verweerder mag opleggen voor de gestelde overtreding van de Wok. Verder zal publicatie van het boetebesluit leiden tot grote aanvullende schade voor verzoekster. Verzoekster is onderdeel van een internationaal concern en is wereldwijd actief als leverancier van online kansspelplatformen en online casinospelen. Publicatie zal dan ook wereldwijd onterecht de goede naam van verzoekster beschadigen wat onherstelbare gevolgen zal hebben voor haar bedrijfsvoering. De B2C [1] activiteiten van verzoekster zullen onder meer bij toekomstige vergunningaanvragen bij andere (Europese) toezichthouders in gevaar komen. Een (onterechte) boete van € 12.640.000,00 zal tot de conclusie leiden dat verzoekster niet van goed gedrag is, terwijl zij al meer dan vijf jaren gecontroleerd én geaccepteerd vergunninghouder [2] is. Dit levert een onevenredige benadeling van de belangen van verzoekster op. Ook zullen de B2B [3] activiteiten worden aangetast door de publicatie. Als een recordboete wordt opgelegd aan een aanbieder van (onderdelen van) kansspelsoftware kan dit het zakelijk samenwerkingsverband met lokale vergunninghouders aantasten. Wereldwijd zullen afnemers van de diensten van verzoekster zich genoodzaakt voelen de zakelijke samenwerkingsverbanden te beëindigen.
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat het boetebesluit is genomen in het kader van een aan verweerder door de wetgever toegekende taak om toezicht te houden op de naleving van regelgeving en de daarmee samenhangende bevoegdheid om handhavend op te treden tegen overtreding van die regelgeving. Het past in het kader van deze toezichthoudende taak dat boetebesluiten worden gepubliceerd, zodat bekendheid wordt gegeven aan de wijze van uitvoering van deze taak en de consument wordt gewaarschuwd. [4] Verweerder heeft er terecht op gewezen dat er een preventieve werking uitgaat van openbaarmaking van de besluiten. Ook heeft verweerder kenbaar gemaakt dat bij de publicatie van besluiten altijd wordt vermeld, of er rechtsmiddelen tegen de besluiten zijn ingesteld, of nog kunnen worden ingesteld. Daardoor is het voor derden duidelijk in hoeverre de besluiten door de bestuursrechter zijn beoordeeld en onherroepelijk zijn. Verweerder heeft er verder terecht op gewezen dat verzoekster niet concreet heeft gemaakt in welke mate zij daadwerkelijk wordt benadeeld door openbaarmaking van het boetebesluit.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter in de zaak SGR 23/184 bij uitspraak van heden geoordeeld, dat het boetebesluit niet evident onrechtmatig is.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder daarom in dit geval zijn belangen bij openbaarmaking van het boetebesluit zwaarder mogen laten wegen, dan het belang van verzoekster om geen nadelen te ondervinden door die openbaarmaking.
Conclusie
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Y.E. de Loos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Business tot Consumer.
2.Verzoekster beschikt over een kansspelvergunning van de [land] Gaming Authority.
3.Business tot Business.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484 (rechtsoverweging 10).