ECLI:NL:RBDHA:2023:8292
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Oostenrijk en risico op refoulement
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, van Chinese nationaliteit, een beroep deed op internationale bescherming. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van haar aanvraag. Eiseres had zich op 26 juli 2022 gemeld bij de Nederlandse autoriteiten, maar haar asielverzoek werd pas formeel ingediend op 4 december 2022. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris tijdig een verzoek om terugname bij Oostenrijk had ingediend, omdat dit verzoek was gebaseerd op de Eurodac-gegevens van 4 december 2022. Eiseres voerde aan dat het claimverzoek niet tijdig was ingediend en dat er een reëel risico op refoulement bestond, omdat zij vreesde dat zij in Oostenrijk niet adequaat beschermd zou worden tegen uitzetting naar China. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet had aangetoond dat het beschermingsbeleid in Oostenrijk fundamenteel verschilde van dat in Nederland. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.