ECLI:NL:RBDHA:2023:8235
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Azerbeidzjaanse eiser wegens gebrek aan geloofwaardigheid van desertie en politieke overtuiging
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 8 juni 2023, wordt het beroep van een Azerbeidzjaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 4 april 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, stelt dat hij vanwege desertie uit het leger en zijn politieke overtuiging vreest voor vervolging bij terugkeer naar Azerbeidzjan. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de desertie niet geloofwaardig werd geacht.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de desertie van eiser niet geloofwaardig is. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn militaire taken en de datum van zijn oproeping. Bovendien heeft hij geen overtuigend bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij wordt gezocht door de Azerbeidzjaanse autoriteiten. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat de asielaanvraag moet worden afgewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank ook de politieke overtuiging van eiser beoordeeld. Eiser heeft deelgenomen aan demonstraties, maar de staatssecretaris heeft geconcludeerd dat deze deelname niet heeft geleid tot problemen met de autoriteiten. De rechtbank bevestigt deze conclusie en stelt dat eiser niet heeft aangetoond dat zijn politieke activiteiten hem in gevaar zouden brengen bij terugkeer naar Azerbeidzjan. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wordt de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris in stand gehouden.