ECLI:NL:RBDHA:2023:8209
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van beroep wegens prematuur indienen
In deze zaak heeft eiseres, van Belarussische nationaliteit, op 1 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Na het verstrijken van de beslistermijn heeft eiseres op 9 november 2022 verweerder in gebreke gesteld en op 28 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft echter de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van het WBV 2022/22, wat door de rechtbank als rechtsgeldig is beoordeeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling, waardoor deze prematuur was. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.