ECLI:NL:RBDHA:2023:8173
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Algerijnse gezin niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvragen van een Algerijns gezin, bestaande uit een man, zijn vrouw en hun twee minderjarige kinderen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 17 april 2023 besloten om de asielaanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat de lidstaat waar de asielaanvraag voor het eerst is ingediend, in dit geval Frankrijk, verantwoordelijk is voor de verdere behandeling.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om voorlopige voorzieningen. Tijdens de zitting op 5 juni 2023 zijn eisers en hun gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en zich gebogen over de vraag of de besluiten van de staatssecretaris zorgvuldig zijn genomen. Eisers voerden aan dat zij na de afwijzing van hun asielaanvraag niet adequaat zijn opgevangen en geen toegang hebben tot medische voorzieningen in Frankrijk.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ervan uit mag gaan dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat dit in hun geval anders is. De rechtbank concludeerde dat de besluiten van de staatssecretaris niet onzorgvuldig zijn en verklaarde de beroepen ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.