ECLI:NL:RBDHA:2023:8078
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van het argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser heeft wel contact gehad met hem, maar kon geen informatie geven over zijn verblijfplaats.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen duidelijkheid is over zijn huidige verblijf. Gezien de omstandigheden en de reactie van de gemachtigde van eiser, concludeert de rechtbank dat eiser niet langer prijs stelt op de internationale bescherming die hij aanvankelijk zocht. Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.