ECLI:NL:RBDHA:2023:8001
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na intrekking beroep
In deze zaak heeft verzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, op 25 oktober 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 6 april 2022. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 13 april 2023 een inwilligend besluit genomen op de aanvraag. Verzoeker heeft op 14 april 2023 het beroep ingetrokken en verzocht om de verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verzoeker het beroep heeft ingetrokken, is er geen sprake van geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen aan verzoeker in de zin van artikel 8:75a van de Awb. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af als kennelijk ongegrond. De beslissing houdt in dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.