2.3De staatssecretaris voert terecht aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het aan de vreemdeling is om met objectieve gegevens de bijzondere ernst van zijn gezondheidstoestand en ook de aanzienlijke en onomkeerbare gevolgen daarvoor van een overdracht aan te tonen en dat hij dit met deze documenten niet heeft gedaan. Hoewel de medische situatie van de vreemdeling een nauwgezette uitvoering van de voorgeschreven behandeling vereist waarbij terdege rekening moet worden gehouden met mogelijke bijwerkingen en resistenties, blijkt uit de overgelegde medische stukken niet dat een overdracht naar Duitsland gevolgen heeft voor zijn gezondheidstoestand noch dat het risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang daarvan als hoog of reëel moet worden ingeschat. De staatssecretaris was in dit geval dan ook niet gehouden om hier nader onderzoek naar te laten doen. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat het overdrachtsbesluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende deugdelijk is gemotiveerd.
(…)
10. Verweerder heeft ter zitting onder verwijzing naar Afdelingsjurisprudentie in reactie op de gronden naar voren gebracht dat uit de door eiseressen overgelegde informatie niet blijkt dat de overdracht aanzienlijke en onomkeerbare gevolgen voor hun gezondheidstoestand zal hebben en dat daardoor het beroep op C.K. niet slaagt.
De rechtbank constateert, zoals ook voorgehouden en besproken ter zitting, dat in de besluiten in het geheel niet is ingegaan op het arrest C.K. en de in dat verband overgelegde informatie. Dat had wel gemoeten omdat reeds in de zienswijze is betoogd dat de overdracht een feitelijke scheiding van hun in Nederland verblijvende moeder betekent en de aanwezigheid van moeder een veilig gevoel geeft en daar grote behoefte aan is gelet op het verleden en de psychische klachten. Eiseressen stellen zich dus op het standpunt dat terugkeer naar Roemenië een verslechtering van hun psychische situatie oplevert en dat verweerder daarom hun asielaanvragen inhoudelijk moet behandelen. De rechtbank wijst er op dat uit de door eiseressen overgelegde informatie aanknopingspunten blijken dat de overdracht nadelige gevolgen zal hebben op de gemoedstoestand en daar in ieder geval een weerslag op zal hebben.
11. In de brief van de psychiater van 6 maart 2023 met betrekking tot eiseres 1 is onder meer het navolgende opgenomen:
(…)
Psychiatrisch onderzoek:
Matig verzorgde vrouw, bewustzijn is helder, emotioneel, praat langzaam, oriëntatie is goed
in triplo, denken is coherent zonder waanideeën, er is geen sprake van waarneming stoornis.
Classificatie volgens DSM V
Depressieve stoornis:- ernstig chronisch
PTSS
Generalistische angst stoornis chronisch
Problemen ; geen zekerheid over haar verblijf in Nederland.
Wat is de therapie:
Steunende gestructureerde gesprekken met medicatie continueren (…)
De onzekerheid betreft haar toekomst in Nederland en de angst dat zij wordt weggehaald bij
haar moeder maakt haar situatie nog erger.
Aangezien dat haar psychische ziekte chronisch is, heeft mevrouw een steun om bij haar
moeder te blijven. Moeder steunt haar en geeft haar veilig gevoel met name dat zij uit een
cultuur komt dat zij niet alleen als een vrouw in een andere land en zonder haar ouders en
zelf niet getrouwd mag/kan blijven , het denken daarover maakt haar nog erg angstig.
Wij proberen met cognitieve gedragstherapie om haar stabiel te krijgen maar het probleem
blijft chronisch.
(…)
12. In de verwijzingsbrief van de huisarts van 28 februari 2023 aan de psychiater met betrekking tot eiseres 2 is onder meer het navolgende opgenomen:
(…)
Het betreft een verwijzing voor de gespecialiseerde GGZ (SGGZ)
(…)
klachtenanamnese: bekend met depressie in Ivh (reden oorlog), slikte citalopram, heeft gisteren een voornemen voor negatief besluit gekregen samen met haar zus, slaapproblemen; inslaap en doorslaapproblemen),piekeren, stress, jeuk op lichaam en krabt continu op haar hoofd (geen jeuk), geen zin meer in het leven, enigste houvast is haar moeder, zegt gevoelloos te zijn geworden; zo reageerde ze ook niet toen haar zus is
flauwgevallen tijdens consult). suïcidale ideaties als ze hopeloos is. geen concrete plannen.
redelijk verzorgd, donkere kringen onder ogen, wallen, zeer hoge lijdensdruk,
droge witte lippen, stemming is dysfoor, niet emotioneel, bewustzijn is helder,
advies start symptoombestrijding met citalopram 20mg 1 dl t. verwijzen naar psychiater.
(…)
13. De rechtbank stelt vast dat in de bestreden besluiten -kort gezegd- is gemotiveerd dat niet blijkt dat Nederland het aangewezen land voor behandeling is en dat in Roemenië de gezondheidszorg vergelijkbaar mag worden geacht en dat er een overdracht van de medische gegevens kan plaatsvinden. Verweerder had echter -in de besluiten- kenbaar moeten ingaan op de stelling dat de enkele overdracht nadelige gevolgen zal hebben voor de psychische conditie van eiseressen en verweerder had moeten motiveren waarom de overgelegde medische informatie geen aanleiding is geweest om het BMA om advies te vragen. Door dit in het geheel niet te doen is in beide besluiten sprake van motiveringsgebreken.
14. De rechtbank overweegt uitdrukkelijk dat de rechtbank niet concludeert dat eiseressen hebben voldaan aan de “bewijslast” en verweerder BMA om een advies had moeten vragen. De rechtbank stelt enkel vast dat verweerder in de besluiten inhoudelijk had moeten ingaan op de overgelegde informatie en het beroep C.K. Nu verweerder dit niet heeft gedaan zal de rechtbank de besluiten vernietigen gelet op de vastgestelde motiveringsgebreken.
15. Verweerder heeft de rechtbank ter zitting verzocht om indien de rechtbank op dit punt motiveringsgebreken vaststelt, de rechtsgevolgen van de besluiten in stand te laten.
De rechtbank willigt dit verzoek niet in.
De reactie die verweerder ter zitting heeft gegeven had moeten worden opgenomen in het besluit ter motivering van de beslissing om BMA niet in te schakelen en om de aanvragen van eiseressen niet (onverplicht) te behandelen. Door pas op zitting adequaat te reageren op hetgeen in de zienswijze reeds is aangevoerd, zijn eiseressen onvoldoende in de gelegenheid geweest om hun aanvragen nader te onderbouwen op dit punt. Uitgangspunt is weliswaar dat eiseressen hun stellingen moeten onderbouwen. Echter indien verweerder in de besluiten had gemotiveerd dat uit de overgelegde informatie niet of onvoldoende blijkt dat de overdracht gevolgen heeft voor hun gezondheidstoestand of dat het risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang daarvan als hoog of reëel moet worden ingeschat, hadden eiseressen in beroep nadere informatie kunnen overleggen. De rechtbank zal daarom de motiveringsgebreken vaststellen en verweerder opdragen opnieuw op de aanvragen te beslissen. De gevolgen van de motiveringsgebreken komen derhalve voor rekening van verweerder en niet voor eiseressen. De rechtbank kent bij deze beslissing doorslaggevende waarde toe aan de omstandigheden dat de zienswijzen zijn onderbouwd met meerdere documenten en eiseressen dus genoegzaam invulling hebben gegeven aan hun inspanningsplicht.
16. De rechtbank overweegt voorts als volgt.
Eiseressen hebben verweerder verzocht om gebruik te maken van zijn bevoegdheid om de asielaanvraag te behandelen ook als hij daartoe niet verplicht zou zijn en eiseressen hebben omstandigheden aangedragen om hun stelling dat overdracht van onevenredige hardheid getuigt te onderbouwen. In de besluiten heeft verweerder bij de motivering van de beslissing waarom hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid onder meer overwogen dat uit het aanmeldgehoor volgt dat betrokkenen er zelf voor hebben gekozen een (studie) visum voor Roemenië aan te vragen, vervolgens naar Roemenië zijn gereisd, daar hebben gestudeerd en er ruim zes maanden hebben verbleven en dus al enige tijd zelfstandig, althans samen maar dus zonder haar ouders, te hebben gewoond. Eiseressen hebben in beroep -terecht- aangevoerd dat dit een onjuiste weergave van de aanmeldgehoren is. Eiseressen hebben verklaard een studievisum te hebben aangevraagd om zo naar Nederland te kunnen komen. De Dublinverordening kent aan de wens van de derdelander in welk land hij zijn asielaanvraag wil indienen geen enkele waarde toe dus dat eiseressen Nederland van aanvang af als “eindbestemming” hebben beschouwd is niet relevant. De motivering van verweerder dat overdracht niet van onevenredige hardheid getuigt is echter deels gebaseerd op studieactiviteiten gedurende ruim zes maanden in Roemenië en dat veronderstelt het verblijf gedurende deze procedure met een andersoortig, op meer bestendig verblijf gericht, verblijf. Eiseressen hebben nu juist te kennen gegeven dat hun verblijf het karakter van het verblijven in een doorreis-situatie is. Dit betekent dat het verblijf een ander karakter heeft gehad dan verweerder in zijn motivering heeft aangenomen. Het is de vraag of de beoordeling of overdracht van onevenredige hardheid getuigt anders zou zijn indien verweerder zich had gebaseerd op de feiten. Ook dan zou te gelden hebben dat eiseressen niet zelf kunnen bepalen in welke lidstaat zij hun aanvragen willen laten behandelen. Echter gelet op de overige verklaringen van eiseressen zou minder gewicht kunnen worden toegekend aan het eerdere verblijf in Roemenië.
Ook ten aanzien van dit onderdeel van de besluiten stelt de rechtbank een motiveringsgebrek vast op grond waarvan de besluiten worden vernietigd omdat niet duidelijk is welk gewicht aan deze -feitelijk onjuiste- omstandigheid is toegekend.
17. De beroepen zijn gegrond zodat aanleiding bestaat voor een proceskostenveroordeling. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1 omdat sprake is van samenhangende zaken).
18. Beslist wordt als volgt.