ECLI:NL:RBDHA:2023:7772
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van kennelijke ongegrondheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 3 april 2023 een asielaanvraag ingediend, nadat eerdere aanvragen waren afgewezen of buiten behandeling waren gesteld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser geen relevante omstandigheden had aangevoerd die zijn recht op een asielvergunning konden onderbouwen. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat zijn aanvraag ten onrechte als kennelijk ongegrond is afgewezen en dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn sociaaleconomische omstandigheden in Marokko, die volgens hem onder artikel 3 van het EVRM vallen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de sociaaleconomische omstandigheden van eiser niet voldoende zijn om te concluderen dat hij recht heeft op een asielvergunning, aangezien deze omstandigheden niet onder de definitie van ernstige schade vallen zoals bedoeld in de Kwalificatierichtlijn. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst en dat zijn aanvraag mogelijk is ingediend om uitzetting te voorkomen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en het beroep ongegrond verklaard. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.