In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een procedure waarbij een Ghanese eiseres een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiseres stelde dat zij vreest voor vervolging in Ghana vanwege haar biseksualiteit en lesbische geaardheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 mei 2023, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de identiteit van eiseres ongeloofwaardig had mogen achten, omdat zij geen authentieke identificerende documenten had overgelegd. De geboorteakte die eiseres had ingediend, voldeed niet aan de vereisten voor identificatie. Eiseres had eerder asiel aangevraagd, maar haar aanvraag was afgewezen. De rechtbank vond het motiveringsgebrek in de afwijzing van de aanvraag, omdat verweerder eiseres niet had mogen tegenwerpen dat zij biseksueel was, terwijl zij nu alleen gevoelens voor vrouwen had. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar seksuele gerichtheid voldoende had toegelicht.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond had afgewezen, maar dat er wel gebreken waren in de motivering. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De rechtbank veroordeelde de staatssecretaris tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 2.511,-.