ECLI:NL:RBDHA:2023:7504
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvragen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.9926 en NL23.9930, waarbij eisers, een Syrisch gezin, in beroep zijn gegaan tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De Staatssecretaris had de aanvragen van eisers voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, met als argument dat Cyprus verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen. Eisers hebben aangevoerd dat Cyprus niet tijdig heeft gereageerd op het verzoek om terugname en dat hun asielverzoek eerder was ingediend dan de Staatssecretaris heeft aangenomen. De rechtbank heeft de beroepen op 12 mei 2023 behandeld, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 4 augustus 2022 een loopbrief hebben ontvangen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, maar dat deze loopbrief niet kan worden aangemerkt als een formele indiening van hun asielverzoek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de formele indiening van het asielverzoek op 4 december 2022 heeft plaatsgevonden, en dat het terugnameverzoek aan Cyprus tijdig is gedaan. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, omdat de procedure correct is gevolgd en de verantwoordelijkheden onder de Dublinverordening zijn nageleefd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.