ECLI:NL:RBDHA:2023:7115
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving inburgeringstermijn als niet-appellabel besluit onder de Awb
In deze zaak heeft eiser, een Turkse staatsburger, op 4 juli 2022 een kennisgeving ontvangen van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot de aanvang van zijn inburgeringstermijn. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze kennisgeving, maar het bezwaar werd door de verweerder niet ontvankelijk verklaard. Eiser is vervolgens in beroep gegaan. De rechtbank heeft op 11 april 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De kern van de zaak is of de kennisgeving van 4 juli 2022 een appellabel besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser stelt dat de kennisgeving onterecht niet als een besluit is aangemerkt, omdat deze volgens hem wel degelijk invloed heeft op zijn rechten en verplichtingen. Verweerder daarentegen stelt dat de kennisgeving geen rechtsgevolg heeft en dus niet onder de Awb valt.
De rechtbank overweegt dat een besluit volgens de Awb een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan is die een verandering in rechten, verplichtingen of bevoegdheden met zich meebrengt. De kennisgeving van 4 juli 2022 bevat enkel informatie over de inburgeringstermijn en wijzigt niets aan de bestaande situatie van eiser. Daarom concludeert de rechtbank dat de kennisgeving geen besluit is in de zin van de Awb en dat er geen bezwaar of beroep tegen kan worden ingesteld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.