Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.11506
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A.J. de Boer), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. G. Cambier).
Verweerder heeft op 10 oktober 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
Eerdere beroepen tegen het opleggen dan wel voortduren van deze maatregel zijn ongegrond verklaard.
Bij besluit van 5 april 2023 heeft verweerder de maatregel van bewaring met ten hoogste twaalf maanden verlengd (verlengingsbesluit) op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw.
Eiser heeft tegen het verlengingsbesluit (het bestreden besluit) beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft het beroep op 24 april 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen R. Vonk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Eiser stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2000.
2. Verweerder moet in het verlengingsbesluit conform het beleid van paragraaf A5/6.8 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) nagaan of er voldaan is aan de voorwaarden voor verlenging, of er nog voldoende gronden voor de bewaring zijn, of de bewaring voor de
vreemdeling onevenredig bezwarend is en of er zicht op uitzetting bestaat. Als dit voldoende gemotiveerd is, wordt hiermee voldaan aan alle uit de Terugkeerrichtlijn en het arrest Mahdi1 voortvloeiende vereisten voor het nemen van een verlengingsbesluit.
Fair trial en equality of arms
3. Eiser voert aan dat zijn recht op een fair trial en het beginsel van equality of arms zijn geschonden. Op 21 april 2023 is zijn advocaat naar het detentiecentrum gekomen om met hem te spreken. Zijn advocaat zat in de spreekruimte, maar hem werd verteld dat eiser niet wilde komen. Zijn advocaat heeft toen gevraagd of hij eiser op de afdeling mocht spreken. Dat werd hem niet toegestaan. Uit het vertrekgesprek van 5 april 2023 blijkt dat de regievoerder van Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) eiser wél mocht bezoeken op de afdeling waar hij verblijft. Volgens eiser verkeert zijn gemachtigde hierdoor in een nadeliger positie dan verweerder en is de handelwijze van verweerder in strijd met het recht op een eerlijk proces.
4. De beroepsgrond slaagt niet. Eiser heeft de mogelijkheid gehad om met zijn advocaat te overleggen in de spreekruimte van het detentiecentrum. Als hij weigert om naar de spreekruimte te komen, komt dit voor zijn eigen rekening en risico. Voor zover eiser heeft gesteld dat hij vanwege zijn psychische problematiek niet in staat is zijn belangen op dit punt goed in te schatten, overweegt de rechtbank dat eiser deze stelling niet met medische stukken heeft onderbouwd. Daarbij komt dat eiser in het DTC is onderzocht door een psychiater en dat daaruit niet is gebleken dat eiser om medische redenen niet langer in bewaring zou mogen worden gehouden. De rechtbank leidt hieruit af dat eiser in staat kan worden geacht zijn belangen naar behoren te kunnen inschatten. Eisers redenering wordt daarom niet gevolgd. De rechtbank is van oordeel dat het recht op een fair trial en/of het beginsel van equality of arms niet zijn geschonden. De beroepsgrond slaagt niet.
Voorwaarden voor de verlenging van de maatregel
5. Volgens artikel 59, zesde lid, van de Vw mag de maatregel van bewaring met nog eens twaalf maanden worden verlengd, onder meer als de vreemdeling niet meewerkt aan zijn uitzetting. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd dat is voldaan aan deze voorwaarde voor de verlenging. Het is niet in geschil dat eiser niet heeft meegewerkt aan presentaties in persoon bij de Nigeriaanse autoriteiten. Dit mag wel van eiser worden verwacht, want op hem rust de rechtsplicht Nederland te verlaten en hij moet zijn volledige medewerking verlenen aan zijn uitzetting. Voor wat betreft eisers stelling dat hij vanwege zijn psychische problematiek niet in staat is mee te werken aan zijn uitzetting, verwijst de rechtbank kortheidshalve naar overweging 4. Die stelling wordt daarom niet gevolgd. De beroepsgrond slaagt niet.
6. In het verlengingsbesluit staat dat eiser op 10 oktober 2022 in bewaring is gesteld, omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken en/of omdat eiser de voorbereiding van het vertrek of de uitzettingsprocedure ontwijkt of belemmert. Vervolgens staat in het verlengingsbesluit dat de volgende gronden voor bewaring uit artikel 5.1b van het Vreemdelingenbesluit ten grondslag liggen aan het besluit tot verlenging van de bewaringstermijn: