ECLI:NL:RBDHA:2023:687
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen en niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op hun asielaanvragen, ingediend op 24 december 2021. De rechtbank constateert dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, zoals bepaald in de Vreemdelingenwet 2000, op 24 juni 2022 verstreken is zonder dat er beslissingen zijn genomen. Eisers hebben verweerder op 30 augustus 2022 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna meer dan twee weken zijn verstreken voordat zij beroep hebben ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk gegrond zijn.
De rechtbank draagt verweerder op om binnen acht weken na de uitspraak alsnog besluiten bekend te maken op de asielaanvragen van eisers. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100 per dag voor elke dag dat hij in gebreke blijft deze uitspraak na te leven, met een maximum van € 7.500. Daarnaast veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.