ECLI:NL:RBDHA:2023:6859
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheidskwesties van Bulgarije in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, om zijn asielaanvraag niet in behandeling te nemen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. De rechtbank Den Haag heeft op 28 maart 2023 uitspraak gedaan en het beroep gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat verweerder nader onderzoek moet doen naar de feitelijke situatie van Dublinclaimanten na overdracht aan Bulgarije, voordat hij kan stellen dat er geen risico is op schending van artikel 4 van het EU Handvest of artikel 3 van het EVRM.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn dat pushbacks een fundamentele systeemfout vormen in de asielprocedure van Bulgarije. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de situatie van Dublinclaimanten, waaronder eiser, zorgwekkend is. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens zijn de proceskosten van eiser en verzoeker vergoed.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de uitspraak op het beroep voldoende was om de situatie van eiser te waarborgen. De rechtbank heeft benadrukt dat het noodzakelijk is dat verweerder de risico's voor asielzoekers in Bulgarije grondig onderzoekt, gezien de recente rapporten en informatie over de asielprocedure in dat land. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.