Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Albanese vreemdeling, eiser, die op 22 april 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 1 mei 2023 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. Eiser stelde dat de omstandigheden in het Detentiecentrum (DTC) Rotterdam inbreuk maken op zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), met name artikel 8, en verwees naar een artikel in de Telegraaf over de situatie in het DTC. Hij voerde aan dat er dagelijks opstanden zijn en dat de psychische integriteit van hem wordt aangetast door de omstandigheden.
De rechtbank oordeelde dat zij niet kon ingaan op de uitvoering van het regime binnen het DTC, aangezien daarvoor een andere rechtsgang openstaat. De rechtbank concludeerde dat eiser niet betrokken was bij de incidenten die hij aanhaalde en dat er geen disciplinaire maatregelen tegen hem waren genomen. Eiser had zijn claims over schending van zijn psychische integriteit niet onderbouwd met medische verklaringen, waardoor deze beroepsgrond niet slaagde.
Daarnaast stelde eiser dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde in zijn uitzettingsprocedure. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende had toegelicht dat de afstemming met andere instanties tijd kostte en dat er geen aanwijzingen waren dat eiser persoonlijk betrokken was bij de incidenten in het DTC. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 8 mei 2023.