Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
verzoekende partij,
verwerende partij,
1.Procedure
- het verzoekschrift met producties 1 t/m 51, ter griffie van de rechtbank ingekomen op 23 december 2022;
- het op 23 maart 2023 ingekomen verweerschrift, met producties A t/m C.
2.De feiten
€ 1.000,00 op het smartengeld en € 3.099,17 op de buitengerechtelijke kosten alsmede dat NN bereid was om aanvullend € 1.000,00 onder algemene titel en € 500,00 op de buitengerechtelijke kosten te bevoorschotten.
€ 5.599,17 aan buitengerechtelijke kosten vergoed.
3.Het geschil
A. de persoonlijke schade, het herstel, de re-integratie en de thuissituatie van [verzoeker01] ;
B. de kosten van fysiotherapie;
C. de onderbouwing van de schadepost ‘werkzaamheden boerderij’;
D. de onderbouwing van de schadepost ‘zelfwerkzaamheid’;
E. de beloopinformatie van de fysiotherapeut met betrekking tot het behandeltraject;
F. de oorzaak van de verzuimperiode (arbeidsongeschiktheid) voorafgaand aan het ongeval van 14-9-2021 tot 17-9-2021;
G. de medische informatie van de bedrijfsarts.
4.De beoordeling
“een week in kaart”waarin wordt geconcludeerd dat de ouders van een zoon tussen de 12 en 17 jaar oud die geen huishoudelijke taken meer kan verrichten wekelijks circa 11,40 uur meer tijd besteden aan het huishouden dan partners die zonder kinderen samen wonen.
5.Beslissing
B. de kosten van fysiotherapie;
C. de onderbouwing van de schadepost ‘werkzaamheden boerderij’;
D. de onderbouwing van de schadepost ‘zelfwerkzaamheid’;
E. de beloopinformatie van de fysiotherapeut met betrekking tot het behandeltraject;
F. de oorzaak van de verzuimperiode (arbeidsongeschiktheid) voorafgaand aan het ongeval van 14-9-2021 tot 17-9-2021;
G. de medische informatie van de bedrijfsarts;