ECLI:NL:RBDHA:2023:6380
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitstel van vertrek op grond van medische omstandigheden en overdracht aan Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een Syrische vreemdeling, die een aanvraag had ingediend voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 april 2023 het verzoek tot uitstel van vertrek afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de verzoeker niet in staat was om te reizen vanwege medische omstandigheden. De staatssecretaris stelde dat de verzoeker op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kon worden overgedragen aan Spanje, waar hij toegang zou hebben tot vergelijkbare medische zorg als in Nederland. De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris voldoende voorzorgsmaatregelen had getroffen, waaronder een fit-to-fly beoordeling, en dat de verzoeker niet had aangetoond dat Nederland het meest aangewezen land was voor zijn medische behandeling. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bezwaar van de verzoeker geen redelijke kans van slagen had en er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.