Uitspraak
RECHTBANK den haag
1.de besloten vennootschap WCTS B.V.,
UFBG B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 t/m 9,
2.De feiten
fast-moving consumer goodsmerken. Er werken ongeveer 170 medewerkers bij WCSG.
3.Het geschil
4.De beoordeling
wegens zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen”. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever weinig aanknopingspunten heeft gegeven voor een nadere invulling van dit criterium. Gelet echter op het gekozen uitgangspunt dat een beding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst “
niet geldig is, tenzij...”, moet worden aangenomen, zoals inmiddels ook vaste jurisprudentie is, dat het een zware toets betreft. In de parlementaire geschiedenis wordt verder aangegeven dat sprake moet zijn van een werknemer die specifieke werkzaamheden verricht of in een specifieke functie werkzaam is (“hele specifieke kennis of bedrijfsinformatie die de werknemer op zal doen, waarbij de werkgever onevenredig wordt benadeeld als de werknemer overstapt naar de concurrent” Kamerstukken I 2013/14, 33818, C, p. 104) en dat dit per geval “
een specifieke afweging en motivering” vergt. Een algemene opsomming van belangen als het voorkomen van weglekken van “kennis van klantenbestand” en “bedrijfsprocessen” volstaat daarmee in het algemeen niet, nu dit voor veel werkgevers/ondernemers relevant is en niet duidelijk maakt waarom juist de betrokken werkgever bescherming nodig heeft.
trade secrets’ en ‘
highly sensitive and other competitively confidential information’ van de hele groep van WCSG. Deze gegevens zouden van belang zijn voor de ‘
viability’ van het bedrijf en het daarom noodzakelijk maken om het bedrijfsbelang te beschermen. Dit zijn algemene termen zonder enige inhoudelijke toelichting. Dat deze termen en artikel 8 in zijn geheel mondeling zijn besproken en toegelicht aan [naam01] , waarna hij deze bedingen en het zwaarwegende bedrijfsbelang dat WCSG stelt te hebben bij deze bedingen heeft geaccepteerd door ondertekening, doet daaraan niet af. Uit dit artikel en uit de schriftelijke motivering volgt deze mondelinge toelichting immers niet. De nadere toelichting die op zitting is gegeven - nog daargelaten of die toelichting afdoende zou zijn - is evenmin relevant omdat die niet met zoveel woorden in 8.1 staat vermeld. Ook in samenhang bezien met de rest van artikel 8, meer in het bijzonder 8.2. waarin de volgende niet limitatieve opsomming wordt gegeven: “
including, but not limited to, any such information relating to customers, customer lists or requirements, commission lists or commission structures, marketing information, business plans or dealings, employees or officers, financial information and plans, formulae, research activities, methods of marketing (…)”, acht de kantonrechter onvoldoende specifiek en kenbaar toegesneden op de persoon van [naam01] . WCSG heeft ter zitting weliswaar gesteld dat per trader een individuele afweging wordt gemaakt, zoals het verschil in hoogte van de boetes en de duur van de bedingen al naar gelang de ervaring van een trader, maar die afweging is marginaal. Hoewel in 8.2 enige omschrijving is gegeven om welke bedrijfsspecifieke informatie het gaat, wordt daarbij niet vermeld waarom [naam01] de directe concurrent hiermee een
ongerechtvaardigdevoorsprong kan geven, zodat het daarop gerichte concurrentiebeding
absoluutnoodzakelijk is. Het feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie ervaring opdoet en kennis over klanten, marges, strategieën en de hoogte van kosten en omzetten verkrijgt waar een nieuwe (concurrerende) werkgever profijt van kan hebben, is inherent aan het vertrek van een commerciële werknemer en een omstandigheid die in zijn algemeenheid voor alle werkgevers geldt. Daarbij komt dat WCSG zelf ervoor heeft gekozen om tot driemaal toe een dienstverband voor bepaalde tijd aan te bieden, aan een werknemer die qua kennis en kunde kennelijk veel schade kan toebrengen aan haar bedrijfsdebiet indien de werknemer naar een concurrent vertrekt. Het voorgaande leidt dan ook tot de conclusie dat het beroep van [naam01] op vernietiging van het concurrentie- en wervingsbeding zal worden toegewezen. Dit betekent voorts dat de vorderingen van WCSG die gebaseerd zijn op deze twee bedingen zullen worden afgewezen.
The Employee is forbidden to be in possession of, to keep or to copy any data software documents or correspondence(digital in writing as an image or in any other manner or form whatsoever) that he/she has acquired in connection with his/her work with or for the Hiring Company and (or) Associated Companies unless required for the performance of the work.”.