Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
20 december 2022.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Algerijnse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris het bestreden besluit terecht heeft genomen op basis van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Nederland heeft op 8 november 2022 een verzoek om overname aan Spanje gedaan, dat door Spanje op 20 december 2022 is aanvaard. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet terug wil naar Spanje vanwege de vrees voor onmenselijke behandeling en gebrek aan opvang. De rechtbank stelt echter vast dat eiser niet heeft aangetoond dat er in Spanje sprake is van ernstige tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen. De rechtbank bevestigt dat Spanje zijn internationale verplichtingen nakomt en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser kennelijk ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de beslissing.