ECLI:NL:RBDHA:2023:6129
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel met betrekking tot Polen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S.H.F. Pols, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 11 april 2023, samen met een andere zaak. De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen, wat inhoudt dat men ervan uitgaat dat Polen zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiser heeft echter aangevoerd dat de opvang en asielprocedure in Polen niet voldoen aan de Europese richtlijnen, onderbouwd met het AIDA-rapport van 2021, waarin structurele problemen zoals pushbacks worden genoemd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat Polen zich niet aan de EU-asielwetgeving houdt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die hebben geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat Polen zijn verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 april 2023 en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.