ECLI:NL:RBDHA:2023:6126
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsaanvraag op basis van zorg- en opvoedingstaken in het kader van het arrest Chavez-Vilchez
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Ugandees, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsdocument op basis van artikel 20 van het VWEU. Eiser had verzocht om verblijf bij zijn minderjarige Nederlandse dochter, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen, omdat eiser niet had aangetoond dat hij daadwerkelijke zorg- en opvoedingstaken verrichtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds 2012 geen contact meer is geweest tussen eiser en zijn dochter, en dat de moeder van het kind de primaire opvoeder is. Eiser heeft niet kunnen bewijzen dat de moeder de omgang frustreert, en de rechtbank oordeelde dat de belangen van het kind niet in het geding zijn gekomen door de afwijzing van de aanvraag.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een zodanige afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen hem en zijn dochter dat zij gedwongen zou zijn de EU te verlaten als hij geen verblijfsrecht zou krijgen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de vermeende frustratie van de omgang door de moeder, verworpen. Eiser heeft geen objectieve bewijzen overgelegd ter ondersteuning van zijn claims, en de rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had besloten om de aanvraag af te wijzen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening is niet-ontvankelijk verklaard.