ECLI:NL:RBDHA:2023:6101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Palestijnse eisers met betrekking tot hun status in Libië en de beoordeling van kwetsbaarheid door de Nederlandse autoriteiten
In deze zaak hebben eisers, een Palestijnse man en vrouw, samen met hun twee minderjarige kinderen, een asielaanvraag ingediend in Nederland. De man heeft verklaard lid te zijn van Al Tayar Al Islah Al Democratiya en heeft kritiek geuit op de Palestijnse autoriteiten, wat heeft geleid tot een moordaanslag op hem en zijn gezin in 2015. Daarnaast heeft hij in 2016 en 2018 ontvoeringen door Libische milities ervaren. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen van eisers afgewezen, met de argumentatie dat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij bij terugkeer naar Libië een reëel risico lopen op ernstige schade. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 10 mei 2022 geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom eisers niet als kwetsbare minderheidsgroep moesten worden aangemerkt. In de nieuwe besluiten van 24 november 2022 heeft de staatssecretaris echter volhard in zijn standpunt dat Palestijnen in Libië geen kwetsbare minderheidsgroep zijn, ondanks de risico's die zij ondervinden. De rechtbank heeft de beroepen van eisers ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelt dat de staatssecretaris op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de eerdere uitspraak en dat de afwijzing van de aanvragen voldoende gemotiveerd is.