ECLI:NL:RBDHA:2023:6039

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
NL23.9019
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit, nationaliteit en herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt Eritrese nationaliteit te hebben, diende op 15 augustus 2021 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 24 maart 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met de bepaling dat eiser Nederland onmiddellijk moet verlaten en een inreisverbod van twee jaar is opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 14 april 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiser heeft wisselend verklaard over zijn nationaliteit en heeft geen overtuigende documenten overgelegd die zijn claims ondersteunen. De rechtbank wijst erop dat eiser in Italië geregistreerd staat met een andere nationaliteit en dat zijn verklaringen inconsistent zijn. De staatssecretaris heeft terecht geconcludeerd dat de asielmotieven van eiser slechts betekenis hebben tegen de achtergrond van zijn nationaliteit en identiteit.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9019

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Roelofsen),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Eritrese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum] . Hij heeft op 15 augustus 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 24 maart 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. De staatssecretaris heeft voorts bepaald dat eiser Nederland onmiddellijk moet verlaten en heeft een inreisverbod voor twee jaren aan eiser opgelegd.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, samen met zaak NL23.9020, op 14 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Eiser stelt dat zijn ouders de Eritrese nationaliteit hebben en dat hij daarom ook de Eritrese nationaliteit heeft. De ouders van eiser zijn voor zijn geboorte naar Soedan gevlucht. Eiser stelt te zijn geboren in het vluchtelingenkamp Um Gargour. Eiser is uit Soedan gevlucht omdat daar geen vrijheid was en hij daar illegaal verbleef. Eiser stelt voorts dat hij niet naar Eritrea kan, omdat daar geen vrijheid en bescherming is, hij daar in militaire dienst moet en gevangengezet wordt.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
- identiteit, nationaliteit en herkomst.
De staatssecretaris vindt dit relevante element niet geloofwaardig. Eiser is in Italië bekend onder een andere naam, geboortedatum en identiteit. Eiser heeft geen documenten overgelegd om zijn identiteit aannemelijk te maken. Eiser heeft evenmin documenten overgelegd waaruit zijn verblijf in het Soedanese vluchtelingenkamp blijkt. Eiser weet voorts volgens de staatssecretaris weinig te vertellen over Eritrea en wat hij heeft verteld, is te vinden in openbare bronnen. Aangezien niet geloofwaardig is dat eiser de Eritrese nationaliteit heeft, vindt de staatssecretaris eisers verklaringen over de problemen die hij in Eritrea vreest evenmin geloofwaardig.
Heeft eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk gemaakt met documenten?
6. Eiser heeft een kopie overgelegd van de Eritrese identiteitskaart van zijn moeder. Eiser voert aan dat de staatssecretaris ten onrechte de vertaling van dit document niet heeft afgewacht. Voorts heeft de staatssecretaris volgens eiser in het bestreden besluit ten onrechte overwogen dat het niet aannemelijk is dat eiser geen documenten heeft van het vluchtelingenkamp in Soedan. Eiser verbleef illegaal in de periferie van het kamp. Eiser verwijst naar het Algemeen Ambtsbericht Soedan van 2021 en 2022, waaruit blijkt dat er gevallen zijn van niet-geregistreerde Eritreeërs die buiten de kampen verblijven.
7. Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt met de overgelegde kopie van de identiteitskaart van zijn gestelde moeder en zijn verklaringen over het ontbreken van documenten van het vluchtelingenkamp.
7.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris kunnen overwegen dat de kopie van de identiteitskaart van zijn gestelde moeder eisers identiteit niet kan ondersteunen. Het document betreft een kopie die niet op echtheid kan worden onderzocht. Bovendien heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat het gaat om zijn moeder en blijkt uit dit document niet de identiteit en nationaliteit van eiser. De staatssecretaris hoefde daarom niet de vertaling van het document af te wachten voordat hij een besluit kon nemen op de asielaanvraag van eiser.
7.2.
De staatssecretaris heeft voorts in het bestreden besluit kunnen overwegen dat niet aannemelijk is dat eiser zonder enige vorm van registratie of documentatie zijn gehele leven in het vluchtelingenkamp Um Gargour heeft verbleven. De staatssecretaris heeft daartoe kunnen verwijzen naar de informatie in de Algemene Ambtsberichten Soedan 2021 en 2022. Daaruit blijkt weliswaar dat er gevallen zijn van niet-geregistreerde vluchtelingen buiten de kampen, maar ook dat met name in het oosten van Soedan een strikte ‘encampment policy’ geldt. Daarbij mogen vluchtelingen de kampen alleen verlaten met toestemming van de autoriteiten en moeten zij hiervoor bovendien een identiteitsdocument hebben. [1] Gelet daarop heeft de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank kunnen overwegen dat het onwaarschijnlijk is dat eiser in het kamp Um Gargour zou zijn geboren, daar op geen enkele wijze geregistreerd is maar desondanks vier jaar in het kamp naar school is geweest en zich zeventien jaar lang vrijelijk in en buiten het kamp kon bewegen. Daarnaast heeft de staatssecretaris er ter zitting terecht op gewezen dat eisers stelling in beroep dat hij illegaal in de periferie van het kamp verbleef niet in overeenstemming is met eisers verklaringen tijdens het nader gehoor, namelijk dat hij in het kamp woonde.
Heeft eiser met zijn verklaringen zijn identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk gemaakt?
8. Eiser voert aan dat hij slechts vier jaar onderwijs heeft gehad. De staatssecretaris heeft daarom ten onrechte overwogen dat eiser uitgebreider over de Eritrese cultuur moet kunnen verklaren. De staatssecretaris heeft tijdens de gehoren bovendien onvoldoende doorgevraagd op de in het besluit genoemde onderwerpen als mensen, tradities, talen en landschap. Gelet op deze punten is sprake van onvoldoende herkomstcheck en had de staatssecretaris nader onderzoek moeten doen, bijvoorbeeld een taalanalyse. De staatssecretaris heeft voorts ten onrechte tegengeworpen dat eiser niet weet waarom zijn ouders uit Eritrea zijn vertrokken en zijn vader meerdere keren is teruggekeerd naar Eritrea. Eisers vader is verdwenen toen eiser pas vier jaar oud was.
9. De rechtbank stelt allereerst vast dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn nationaliteit, identiteit en geboortedatum. Eiser staat in Italië geregistreerd met de Soedanese nationaliteit en een afwijkende naam en geboortedatum. Eiser heeft bij de onderhavige asielaanvraag de Eritrese nationaliteit opgegeven. Eiser heeft tijdens het aanmeldgehoor verklaard dat zijn ouders de Eritrese nationaliteit hadden, maar hijzelf niet. Tijdens het nader gehoor heeft eiser verklaard dat zijn moeder hem heeft verteld dat hij de Eritrese nationaliteit heeft. In de zienswijze stelt eiser geen nationaliteit te hebben.
10. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser met zijn verklaringen zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. De staatssecretaris heeft hiertoe allereerst kunnen overwegen dat eiser met zijn wisselende verklaringen over zijn nationaliteit onduidelijkheid heeft gecreëerd. Eiser heeft bovendien geen duidelijke verklaring gegeven voor het feit dat hij in Italië is geregistreerd met de Soedanese nationaliteit en een afwijkende geboortedatum en naam.
11. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris voorts kunnen overwegen dat van eiser verwacht mag worden dat hij meer dan basale kennis heeft over Eritrea. Hoewel eiser stelt in Soedan te zijn geboren en slechts vier jaar naar school is gegaan, heeft hij ook verklaard dat hij is opgegroeid in een vluchtelingenkamp waar voornamelijk Eritreeërs woonden en dat zijn moeder hem heeft opgevoed met de Eritrese cultuur. De staatssecretaris heeft daarom in het bestreden besluit niet ten onrechte overwogen dat van eiser verwacht mag worden dat hij uitgebreider kan verklaren over de Eritrese cultuur, mensen, tradities, gesproken talen, landschap of militaire dienst. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris eiser hiertoe tijdens de gehoren voldoende in de gelegenheid gesteld en eiser gewezen op de gevolgen als niet geloofwaardig wordt geacht dat hij de Eritrese nationaliteit bezit. Eiser heeft daarop verklaard dat hij niet meer informatie kan geven [2] . De rechtbank volgt eiser daarom niet in zijn stelling dat de staatssecretaris de herkomst van eiser onvoldoende heeft gecheckt en dat hij hiernaar nader onderzoek had moeten doen.
12. Gelet op het voorgaande heeft de staatssecretaris zich naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. Daarom heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat hij het asielrelaas van eiser niet verder kan beoordelen. De asielmotieven hebben immers slechts betekenis tegen de achtergrond van de nationaliteit, identiteit en het land van herkomst (zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:292).
Heeft de staatssecretaris de aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond?
13. Eiser voert aan dat de staatssecretaris de afwijzing van zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond vanwege opzettelijke misleiding onvoldoende heeft onderbouwd.
14. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich met de motivering in het voornemen en het bestreden besluit niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat op eisers aanvraag artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw [3] , in samenhang met artikel 31, eerste lid, Vw, van toepassing is. Daarom heeft hij eisers asielaanvraag mogen afwijzen als kennelijk ongegrond. Gelet op eisers wisselende verklaringen over zijn nationaliteit tijdens de gehoren en de afwijkende registratie van eisers naam, geboortedatum en nationaliteit in Italië, heeft de staatssecretaris niet ten onrechte geconcludeerd dat eiser opzettelijk valse informatie heeft verstrekt en op die manier de staatssecretaris heeft misleid, doordat eiser daarmee heeft geprobeerd in een gunstigere positie te komen.

Conclusie en gevolgen

15. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie p. 101 van het Algemeen Ambtsbericht Soedan van maart 2021 en p. 96 van het Algemeen Ambtsbericht Soedan van augustus 2022
2.Zie p. 11 van het nader gehoor
3.Vreemdelingenwet 2000