Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 april 2023 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil2.In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum.
Hetgeen eiser heeft aangevoerd, doet aan het hier boven gegeven oordeel niet af. In het door eiser overgelegde woningwaarderapport ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld, reeds omdat in dat rapport verschillende sterk van elkaar afwijkende waarden van de woning worden vermeld en onduidelijk is in hoeverre die waarden zijn herleid uit gerealiseerde verkoopprijzen van vergelijkbare objecten. Ten aanzien van het te verwachten groot onderhoud aan de woning overweegt de rechtbank dat dit ook geldt voor de andere flatwoningen in het gebouw en in zoverre dus in de verkoopprijzen tot uitdrukking komt. Aangezien de waardebepaling van de woning mede gebaseerd is op die verkoopprijzen is hiermee reeds rekening gehouden. Hetzelfde heeft te gelden voor het toegekende energielabel E.
Beslissing
- wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade af.
mr. J.G.E. Gieskes , leden, in aanwezigheid van mr. B. van Eeuwijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2023