Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam 2],eiseres 2
[Naam 3],eiseres 3,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de weigering van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om eisers, drie Eritrese pleegkinderen, een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A.W.M. van de Wouw, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 7 oktober 2022, waarin hun bezwaar tegen de mvv-weigering ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 19 januari 2023 behandeld, waarbij ook de referente, de moeder van de pleegkinderen, aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden van de eisers en de referente. De rechtbank constateert dat de belangenafweging die door de staatssecretaris is gemaakt niet getuigt van een 'fair balance' tussen het belang van de eisers bij gezinsleven en het algemeen belang van de Nederlandse staat. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de eisers en de referente beter in acht moeten worden genomen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de eisers, die op € 1.674,- worden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van gezinsleven en de noodzaak voor een zorgvuldige belangenafweging in het kader van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank stelt dat de staatssecretaris niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de belangen van de eisers niet zwaarder wegen dan de belangen van de staat.