ECLI:NL:RBDHA:2023:5635

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
NL23.8192
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen overdrachtsbesluit op grond van de Dublinverordening met betrekking tot asielaanvraag en procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Libische nationaliteit hebbende persoon, was op 24 februari 2023 door de politie aangehouden en had op diezelfde dag asiel aangevraagd in Nederland. Op 17 maart 2023 heeft de staatssecretaris besloten eiser over te dragen aan de autoriteiten van Spanje op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en overwogen dat eiser procesbelang heeft, ondanks zijn overdracht aan Spanje op 11 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een rechtmatig claimakkoord tot stand is gekomen tussen Nederland en Spanje, en dat de argumenten van eiser niet opwegen tegen de geldigheid van het besluit. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.8192

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I. Vugs).

Procesverloop

Bij overdrachtsbesluit van 17 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder eiser medegedeeld dat hij, gelet op het bepaalde in artikel 26, eerste lid, van de Dublinverordening [1] , zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Spanje.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 12 april 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Libische nationaliteit te hebben.
2. Op 24 februari 2023 is eiser op grond van artikel 50 van de Vw [2] aangehouden door de politie van het regionaal politiekorps Zeeland-West-Brabant. Op diezelfde dag heeft eiser asiel aangevraagd in Nederland en is eiser op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vw in bewaring gesteld. Op 2 maart 2023 zijn de autoriteiten van Spanje gevraagd om eiser op grond van artikel 18, eerste lid, onder b van de Dublinverordening terug te nemen. Op 6 maart 2023 heeft eiser zijn asielaanvraag ingetrokken. Op 9 maart 2023 hebben de autoriteiten van Spanje het terugnameverzoek afgewezen. Op 10 maart 2023 is er een verzoek om heroverweging naar de Spaanse autoriteiten verstuurd. Op 15 maart 2023 heeft Spanje op grond van artikel 13, eerste lid, van de Dublinverordening met dit verzoek ingestemd.
3. Eiser voert daartegen aan dat het claimakkoord niet geldig is. Verweerder heeft op grond van artikel 18, eerste lid, onder b, van de Dublinverordening een claimverzoek ingediend bij Spanje. De Spaanse autoriteiten hebben dit claimverzoek op een andere grond, namelijk artikel 13 van de Dublinverordening, aanvaard. Dit artikel heeft betrekking op illegale grensoverschrijding. Omdat eiser in Nederland zijn asielaanvraag heeft ingetrokken is het niet mogelijk om de behandeling van zijn asielaanvraag over te dragen aan Spanje. Daar komt bij dat eiser in Spanje nooit asiel heeft aangevraagd.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Ter zitting heeft verweerder meegedeeld dat eiser op 11 april 2023 is overgedragen aan Spanje. De rechtbank ziet zich daarom eerst voor de vraag gesteld of eiser procesbelang heeft bij zijn beroep. De Afdeling [3] heeft in haar uitspraak van 19 juli 2018 [4] geoordeeld dat in artikel 29, derde lid, van de Dublinverordening is bepaald dat indien een persoon ten onrechte is overgedragen of indien een overdrachtsbesluit in beroep of na bezwaar wordt vernietigd nadat de overdracht heeft plaatsgevonden, de lidstaat die de overdracht heeft verricht, de betrokkene onmiddellijk terugneemt. Dit betekent dat als het besluit in de procedure van de vreemdeling onrechtmatig wordt gevonden, dit gelet op het voorgaande (rechts)gevolgen kan hebben voor de vreemdeling. Gelet hierop neemt de rechtbank aan dat eiser belang heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit.
5. In geschil is of op 15 maart 2023 een rechtmatig claimakkoord tot stand is gekomen tussen Spanje en Nederland.
6. Eisers beroepsgrond dat geen claimakkoord tot stand is gekomen omdat Nederland zijn claimverzoek op een andere grond uit de Dublinverordening heeft gebaseerd en eiser zijn asielaanvraag heeft ingetrokken slaagt niet. Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Dublinverordening is Spanje verantwoordelijk, omdat dit de eerste lidstaat is waarvan eiser op illegale wijze de grens heeft overschreden. Dat Nederland op een andere grond het claimverzoek heeft ingediend doet aan de rechtmatigheid van het claimakkoord niet af. In het claim- en heroverwegingsverzoek is immers niet uitsluitend gewezen op artikel 18, eerste lid, aanhef en onder b, van de Dublinverordening, maar ook is alle voor beoordeling van het verzoek relevante informatie vermeld. De Spaanse autoriteiten konden in verband hiermee voldoende geïnformeerd een besluit nemen op dat verzoek. Het enkele feit dat eiser in Nederland zijn asielaanvraag heeft ingetrokken doet evenmin af aan de verantwoordelijkheid van Spanje om eiser over te nemen.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Vreemdelingenwet 2000.
3.De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State