Wat vindt de rechtbank
8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat ex-werknemer 88,82%, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Tussen partijen is uitsluitend de duurzaamheid van de beperkingen in geschil.
9. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat ex-werknemer op 11 mei 2021 niet duurzaam arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een IVA-uitkering.
Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
11. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Hij heeft de aanwezige medische informatie meegewogen in zijn beoordeling en beperkingen vastgesteld. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn rapport ook het stappenplan voor het vaststellen van de duurzaamheid doorlopen.
12. Eiseres voert aan dat het onderzoek niet zorgvuldig is verricht, nu ex-werknemer niet is gezien tijdens een fysiek spreekuur terwijl dit wel noodzakelijk was. Eiseres verwijst hierbij naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB).
13. Volgens vaste jurisprudentie van de CRvB – waar eiseres ook naar verwijst – mag een verzekeringsarts (B&B) afzien van een spreekuurcontact indien wegens de aard van de klachten en de beschikbare medische informatie, een spreekuurcontact geen toevoegde waarde zou hebben. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft gemotiveerd waarom een spreekuurcontact geen toevoegde waarde zou hebben en onnodig belastend zou zijn voor ex-werknemer. Ex-werknemer verblijft in het buitenland en gelet op de aard van de klachten is het niet mogelijk om ex-werknemer telefonisch te spreken. Door de omstandigheden van het geval was een spreekuurcontact niet mogelijk dan wel lastig om uit te voeren. Daarnaast motiveert de verzekeringsarts B&B dat uit de medische informatie al duidelijk was dat ex-werknemer forse beperkingen heeft en nu niet belastbaar is voor arbeid. Een persoonlijk contact zou hier geen nieuwe inzichten gegeven hebben.
14. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts B&B ten onrechte heeft vastgesteld dat er behandelmogelijkheden zijn, zonder deze opties eerst met de behandelende sector te bespreken of deze behandelmogelijkheden reëel zijn.
15. Voor het beoordelen van de duurzaamheid is in het beoordelingskader een stappenplan opgenomen met drie stappen. Middels dit stappenplan dient de verzekeringsarts (B&B) te onderzoeken of er al dan niet sprake is van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Bij de boordeling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid gaat het om een inschatting van de toekomstige ontwikkelingen van de arbeidsbeperkingen. De inschatting van de verzekeringsarts (B&B) van de kans op herstel in het eerste jaar en het volgende jaar moet berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de ex-werknemer als individu aan de orde is. Als de inschatting van de kans op herstel is gebaseerd op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan op de situatie van de ex-werknemer.
16. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B voldoende en begrijpelijk heeft gemotiveerd waarom een redelijke of goede verwachting van verbetering van de belastbaarheid van ex-werknemer aanwezig is in het eerste jaar. In het rapport van 31 augustus 2021 heeft de verzekeringsarts B&B het stappenplan volledig en navolgbaar uitgewerkt. De verzekeringsarts B&B overweegt dat de behandeling die ex-werknemer heeft gevolgd, zwaar en ingrijpend is geweest. Een aanvullende revalidatiebehandeling kan zinvol zijn, maar natuurlijk herstel/verbetering is de belangrijkste factor voor verbetering. De verzekeringsarts B&B stelt dat de verwachting is dat de belastbaarheid van ex-werknemer binnen een jaar kan verbeteren.
17. De verzekeringsarts B&B heeft in het rapport van 8 februari 2023 desgevraagd nader toegelicht dat de conditie (mentaal en fysiek) na ingrijpende behandeling fors beperkt is geraakt. Natuurlijk herstel door verbetering van de conditie, maar ook in psychisch opzicht, zoals bijvoorbeeld terugkrijgen van vertrouwen in het eigen lichaam, speelt de belangrijkste rol. Dit natuurlijk proces kan ondersteund worden door de revalidatiebehandeling, zoals logopedie en multidisciplinaire revalidatiebehandeling, waarbij gericht wordt gewerkt aan verbeteren van conditie en psychologische begeleiding. De verzekeringsarts B&B concludeert dat natuurlijk beloop voldoende kan zijn voor verbeteren van de functioneren, maar om het te versnellen of ingeval van stagnatie kan een revalidatiebehandeling functioneel zijn voor het herstel.
18. Eiseres voert aan dat, nu het UWV stelt dat na het bereiken van de AOW-leeftijd verbetering zal optreden, de beperkingen duurzaam geacht moeten worden. Eiseres beroept zich op het gelijkheidsbeginsel en verwijst naar een – volgens haar – soortgelijke zaak waarin het UWV heeft geoordeeld dat de betrokkene duurzaam arbeidsongeschikt wordt geacht, omdat een verbetering voor de AOW-leeftijd niet te verwachten is. Eiseres voert aan dat uit deze overwegingen blijkt dat AOW-leeftijd wel degelijk van belang is om vast te stellen of er sprake is van duurzaamheid van de beperkingen.
19. De rechtbank stelt allereerst vast dat het UWV, anders dan eiseres aanvoert, niet heeft vastgesteld dat pas na het bereiken van de AOW-leeftijd verbetering wordt verwacht. In zijn rapport van 31 augustus 2021 heeft de verzekeringsarts B&B vastgesteld dat binnen een jaar verbetering wordt verwacht. Dit houdt in dat de verbetering verwacht wordt in de periode tussen 11 mei 2021 en 11 mei 2022. Ex-werknemer heeft op 8 mei 2022 de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dat betekent dat het goed mogelijk was dat een verbetering vóór de AOW-gerechtigde leeftijd van ex-werknemer mogelijk was.
20. Nu geen sprake is van gelijke gevallen, kan het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel niet slagen.
21. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat ex-werknemer op 11 mei 2021 niet duurzaam arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een IVA-uitkering.