ECLI:NL:RBDHA:2023:5317
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en vernietiging van het bestreden besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Libanese nationaliteit, had op 7 augustus 2020 een asielaanvraag ingediend, die op 14 september 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld op 13 april 2023, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J. van Dam, en een tolk, P. Abdel Nour. Eiser heeft verklaard dat hij in Libanon is bedreigd door Hezbollah en dat hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar zijn land van herkomst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris de aanvraag van eiser heeft afgewezen op basis van de argumentatie dat de verklaringen van eiser niet voldoende waren om aan te tonen dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij uitzetting. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, vooral omdat eerdere uitspraken van de rechtbank, waarin de echtheid van een uitreisverbod werd erkend, niet zijn meegenomen in de besluitvorming. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser.
Daarnaast heeft de rechtbank de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.