ECLI:NL:RBDHA:2023:5236
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Eritrese statushouder in Italië niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Eritrese vrouw die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres in Italië internationale bescherming geniet. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat haar situatie in Italië onhoudbaar was, met gebrek aan werk, inkomen en huisvesting, en dat haar zoontje geen toegang had tot onderwijs en medische zorg.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 april 2023, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat Italië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank benadrukte dat de situatie van statushouders in Italië niet vergelijkbaar is met die van Dublinclaimanten en dat eiseres als statushouder niet onder de Dublinverordening valt. De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat er een reëel risico bestond op schending van haar rechten bij terugkeer naar Italië.
De rechtbank verwierp de beroepsgronden van eiseres en oordeelde dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De proceskosten werden niet vergoed. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 12 april 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.