Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
13 juli 2023een besluit op de aanvraag te nemen;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft een verweerschrift ingediend, waarop eiser heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen. Partijen zijn het erover eens dat het beroep gegrond is, en de rechtbank moet een nadere beslistermijn bepalen. Verweerder heeft in zijn verweerschrift verzocht om een beslistermijn van twintig weken, waarbij hij voornemens is om een herstelverzuim termijn te bieden voor het overleggen van nadere informatie en om eiser uit te nodigen voor een gehoor. De rechtbank oordeelt dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat verweerder extra tijd krijgt voor het nemen van een besluit. De rechtbank stelt een termijn van zestien weken na het verweerschrift vast, wat betekent dat verweerder uiterlijk op 13 juli 2023 een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder een dwangsom van € 250,- opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500,-. De rechtbank veroordeelt verweerder ook in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 627,75. De uitspraak is gedaan door mr. M. Greebe, rechter, in aanwezigheid van E.P.W. Kwakman, griffier.