Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2023 in de zaak tussen
,
CNV Vakmensen,
Cao-Partijen)
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen CNV Vakmensen (eiser) en verschillende cao-partijen, waaronder De Unie, FNV, Transport en Logistiek Nederland, en Vereniging Verticaal Transport (verweerders). Eiser had een verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), maar dit verzoek werd door de cao-partijen afgewezen. Eiser stelde dat de cao-partijen als bestuursorgaan moesten worden aangemerkt, omdat zij de bevoegdheid hebben om aan werkgevers dispensatie te verlenen, en dat de Wob daarom op hen van toepassing zou zijn.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de cao-partijen geen bestuursorgaan zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overwoog dat de bevoegdheid van de cao-partijen tot het verlenen van dispensatie niet is gebaseerd op een wettelijk voorschrift, maar voortvloeit uit een privaatrechtelijke overeenkomst, de cao. De rechtbank concludeerde dat de algemeen verbindend verklaring van cao-bepalingen niet betekent dat deze bepalingen openbaar gezag toekennen aan de cao-partijen. Hierdoor was de Wob niet van toepassing op de cao-partijen en verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van het beroep van eiser kennis te nemen.
De uitspraak benadrukt dat cao's privaatrechtelijke overeenkomsten zijn en dat de algemeen verbindend verklaring niet automatisch leidt tot de status van bestuursorgaan. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.