ECLI:NL:RBDHA:2023:4676

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
09/343557-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor cybercrime en phishing activiteiten met betaalfraudepanel

Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een cybercrime-zaak, specifiek gericht op phishing. De verdachte, die deel uitmaakte van een criminele organisatie, heeft samen met anderen een betaalfraudepanel verworven en gebruikt om slachtoffers op te lichten. De modus operandi bestond uit het versturen van sms-berichten met links naar valse websites die leken op die van banken, waar slachtoffers hun inloggegevens invoerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder oplichting, computervredebreuk, diefstal met valse sleutel, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie. De feiten vonden plaats tussen 20 september 2020 en 13 juli 2021, waarbij in totaal 1.183 slachtoffers zijn benadeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 313 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 360 uur. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en psychische kwetsbaarheid, en heeft besloten om een groot deel van de straf voorwaardelijk op te leggen om de verdachte de kans te geven zijn leven weer op de rails te krijgen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/343557-21
Datum uitspraak: 3 april 2023
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 1],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 20 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. Hermans en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.A. Schuttevaer naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 20 maart 2023 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de terechtzitting van 20 maart 2023 – kort samengevat het volgende ten laste gelegd:
medeplegen van het verwerven en voorhanden hebben van betaalfraudepanels, zijnde technische hulpmiddelen bedoeld om onder meer computervredebreuk mee te plegen;
medeplegen van oplichting van in elk geval 1.183 personen, erin bestaande dat de slachtoffers zijn bewogen onder meer hun inloggegevens voor internetbankieren ter beschikking te stellen nadat zij naar een phishing website waren geleid;
medeplegen van computervredebreuk;
diefstal met valse sleutel, in vereniging gepleegd, van in elk geval 13 personen, door met de inloggegevens van de slachtoffers in te loggen op hun internetbankieromgeving en vervolgens bedragen van hun bankrekeningen weg te nemen;
medeplegen van gewoontewitwassen van een bedrag van in ieder geval € 420.000,-;
medeplegen het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid gegevens (‘entries’), bedoeld om onder meer computervredebreuk mee te plegen;
deelname aan een criminele organisatie, gericht op het plegen van voormelde strafbare feiten.
Deze feiten zou de verdachte hebben begaan in de periode tussen 1 juni 2019 en 13 juli 2021.
De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat de verdachte deze feiten volgens de officier van justitie tussen maart 2020 en 13 juli 2021 heeft gepleegd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft– kort gezegd – het volgende bepleit.
Ten aanzien van feit 1 kan slechts bewezen worden dat de verdachte een betaalfraudepanel voorhanden heeft gehad, zodat hij van het verkrijgen moet worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 2 moet de verdachte worden vrijgesproken van oplichting met behulp van een bonafide 2ehands.be link. Ten aanzien van de feiten 2 en 4 kan slechts worden bewezen worden dat de verdachte zeven slachtoffers heeft opgelicht en bestolen. Ten aanzien van feit 5 moet het bedrag dat zou zijn witgewassen fors worden gematigd, namelijk tot het bedrag dat van de zeven te bewijzen slachtoffers is gestolen. Ten aanzien van feit 6 moet vrijspraak volgen van ‘1.183 personen’. Van feit 7 moet de verdachte in zijn geheel worden vrijgesproken.
Over de pleegperiodes heeft de raadsvrouw het volgende bepleit. Ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4, en 7 kan slechts worden bewezen dat de verdachte die tussen 20 september 2020 en 8 juli 2021 heeft gepleegd, ten aanzien van feit 5 moet de pleegperiode aanvangen in maart 2021 en ten aanzien van feit 6 kan slechts bewezen worden een periode van 20 september 2020 tot en met 19 oktober 2020. Ten aanzien van feit 7 heeft de verdediging subsidiair bepleit dat de pleegperiode moet worden beperkt van september 2020 tot en met 8 juli 2021, indien de primair bepleite vrijspraak niet gevolgd wordt.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Inleiding en algemene overwegingen
In deze zaak gaat het over zogeheten betaalfraudepanels, ook wel phishingpanels genoemd. Hiermee wordt bedoeld software waarmee het mogelijk is om websites te maken die nagenoeg gelijk zijn aan de inlogpagina’s van de internetbankieromgeving van banken. Voor de beheerder van het panel is het mogelijk om met op die websites ingevoerde gegevens, zoals bijvoorbeeld bankrekeningnummer, pasnummer en autorisatiecodes, de controle te krijgen over bankrekeningen en daarmee betalingen te doen. Met de term phishing wordt geduid op een vorm van fraude waarbij een slachtoffer wordt verleid om bepaalde gegevens te delen, vaak door op een link te klikken die het slachtoffer via mail, sms of WhatsApp heeft ontvangen.
Het onderzoek naar de verdachte vloeit voort uit het onderzoek ‘Sauer’ dat was gericht op [verdachte 2] , die gebruik maakte van de gebruikersnaam ‘Haiku’. [verdachte 2] werd onder meer verdacht van het ontwerpen van betaalfraudepanels. Op zijn computer zijn twee Telegram-conversaties aangetroffen. Een gesprek met ‘Guru 3.147’ en een groepsgesprek genaamd ‘Andere Saus 2.0’ waaraan die Haiku deelnam met twee andere personen: ‘Guru 3.147’ en ‘LazyLinks’. In de chat tussen Haiku en Guru werd veelvuldig gesproken over een betaalfraudepanel, dat door Haiku zou worden ontworpen en door Guru zou worden aangeschaft. In de groepschat Andere Saus 2.0 werd gesproken over het plegen van fraude met behulp van een betaalfraudepanel door Haiku, Guru en LazyLinks. Gezien het vermoeden dat ook Guru en LazyLinks zich bezig hielden met grootschalige digitale fraude, heeft de politie onderzoek gedaan naar de personen die achter deze gebruikersnamen schuil gingen. Dit mondde uit in het onderzoek ‘Weezing’. Door informatie uit de Telegram-conversaties te koppelen aan onder meer open bronnen, kwam [verdachte 3] in beeld als Guru 3.147 (ook wel ‘DmpG’ of ‘Bonkara’). [2] Op dezelfde wijze kwam de verdachte in beeld als ‘LazyLinks’ (ook wel ‘Lazy’ of ‘.’). [3] Op een onder [verdachte 3] in beslag genomen telefoon werden weer andere Telegram-conversaties aangetroffen, met ene ‘Ano 020’ (ook wel ‘Jerry V2.0’). Hierachter bleek [verdachte 4] schuil te gaan. [4]
Uit de Telegram-conversatie tussen [verdachte 2] en [verdachte 3] blijkt dat [verdachte 2] op 27 juli 2020 een betaalfraudepanel stuurde aan [verdachte 3] . De werking van dit panel is door de politie onderzocht. Het bleek dat dit panel, getiteld ‘Haiku’s live panel’, hetzelfde was als het panel dat ten tijde van de aanhouding van [verdachte 2] , op 19 oktober 2020, draaide op het adres https://wemoeteneten.online. [5] Over het gebruik van dat panel is uit verschillende bronnen informatie beschikbaar. Na de aanhouding van [verdachte 2] heeft de politie op 24 december 2020 ingelogd op het panel op https://wemoeteneten.online en daar een lijst met ‘entries’ veiliggesteld, die de periode bestrijkt van 20 september 2020 tot en met 24 december 2020. [6] Later, na de aanhouding van [verdachte 3] op 13 juli 2021, heeft de politie vanaf zijn telefoon bestanden met loggegevens van het panel veiliggesteld. Deze logbestanden bestrijken de periode van 20 september 2020 tot en met 2 juli 2021. [7]
Uit onderzoek van de entries en de logbestanden is gebleken dat zowel [verdachte 2] (Haiku), [verdachte 3] (Guru), [verdachte 4] (Ano020) als de verdachte (LazyLinks) op enig moment toegang had tot het panel en daarvan gebruik heeft gemaakt. [8]
Nadat de verdachte zich eerst op zijn zwijgrecht heeft beroepen, heeft hij op 1 april 2022 in een politieverhoor erkend dat hij de persoon is die schuil gaat achter de aliassen LazyLinks, ‘Lazy’ en ‘.’. [9] De verdachte heeft verder een grotendeels bekennende verklaring afgelegd, in die zin dat hij heeft verklaard dat hij zich bezig heeft gehouden met phishing vanaf september 2020 tot en met 19 oktober 2020 met [verdachte 2] en [verdachte 3] , en later, vanaf 8 maart 2021 tot en met 8 juli 2021, met [verdachte 4] en [verdachte 3] .
[verdachte 3] heeft eveneens een grotendeels bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij op 26 maart 2020 voor € 500,- een betaalfraudepanel heeft aangeschaft. Dat betaalfraudepanel heeft hij laten ontwerpen door [verdachte 2] . Omdat dit panel niet goed werkte, heeft hij in juli 2020 een nieuw panel laten ontwerpen door [verdachte 2] . Dit panel heeft hij op 27 juli 2020 voor € 2000,- aangeschaft. Vervolgens is hij dit panel gaan gebruiken. [10]
Uit onderzoek door de politie naar de werking van het betaalfraudepanel komt het volgende naar voren. Het panel betreft een webapplicatie waarmee het mogelijk is om sms-berichten te versturen, vermoedelijk met het doel personen via een link naar de nagemaakte Itsme-pagina te leiden. Wie zo’n link opent krijgt een webpagina te zien die de indruk wekt dat dit een service van Itsme.be betreft. [11] Op deze pagina wordt gevraagd om een bank te selecteren. Wie voor Axa, Argenta, Belfius, BNP, ING of KBC kiest krijgt daarna een webpagina te zien waarbij een debetkaartnummer wordt gevraagd en de vervaldatum. Op de pagina wordt het logo van de bank gebruikt en het logo van Itsme, waardoor het lijkt alsof de bezoeker wordt doorgestuurd naar de bankwebsite vanuit Itsme. De gegevens die op deze webpagina worden ingevoerd komen terecht bij de gebruiker van het betaalfraudepanel. De gebruiker van het betaalfraudepanel kan vervolgens met deze gegevens proberen in te loggen op de echte bankwebsite. Bij het inloggen wordt om een verificatiecode oftewel aanmeldcode, gevraagd. De gebruiker van het panel vraagt vervolgens aan de bezoeker van de nagemaakte Itsme-pagina om de aanmeldcode te genereren via diens kaartlezer. Op deze manier kan de gebruiker van het betaalfraudepanel inloggen op het bankaccount van de bezoeker van de nagemaakte Itsme-pagina. [12]
[verdachte 3] heeft aan de politie verklaard dat hij via Telegram lijsten met telefoonnummers van voornamelijk klanten van Belgische banken had gekocht. Naar die telefoonnummers stuurde hij een sms-bericht waarin stond dat het beoogde slachtoffer zijn of haar Itsme-account opnieuw moest activeren, met daarbij een frauduleuze link. Later is [verdachte 3] op Telegram in contact gekomen met een persoon met de gebruikersnaam ‘EXP’, die ervoor kon zorgen dat een link naar de nepwebsite voor een bepaalde periode als advertentie bovenaan de Google zoekresultaten zou verschijnen, wanneer bepaalde trefwoorden in Google werden ingevoerd, zoals ‘Argenta’ of ‘Bpostbank aanmelden’. [13] , [14]
Uit de Telegram-groepschat ‘Andere Saus 2.0’, waaraan de verdachte, [verdachte 3] en [verdachte 2] deelnamen, blijkt dat zij beurten verdeelden wanneer een potentieel slachtoffer op een frauduleuze link had geklikt. [15]
Wanneer op de hiervoor omschreven wijze toegang was verkregen tot de internetbankieromgeving van een slachtoffer, werd geprobeerd geld van de bankrekening van het slachtoffer over te maken naar de bankrekening van derden. Deze derden, zogenoemde geldezels, waren personen die [verdachte 3] had gevonden via tussen personen die hij kende van Telegram, schuilgaande onder de gebruikersnamen ‘Phantom’ en ‘3AKABOUZ’. [16] Ook werd geprobeerd om met banktegoeden van slachtoffers cryptovaluta te kopen bij Bitvavo of Litebit, die ten bate kwam van de cryptowallet van een geldezel. Phantom en 3AKABOUZ kregen voor het aanleveren van de geldezels een vergoeding van 50% van de opbrengst van de fraude. De resterende 50% werd verdeeld tussen [verdachte 3] , de verdachte en de derde persoon ( [verdachte 4] dan wel [verdachte 2] ). Zij kregen dus een zesde deel van de totale opbrengst. Dit werd uitbetaald als cryptovaluta in hun eigen wallet. [17] , [18] , [19]
Feit 1: Verwerven en voorhanden hebben van betaalfraudepanels
De verdachte heeft in zijn politieverhoor en tijdens het onderzoek ter terechtzitting een grotendeels bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft echter verklaard niet betrokken te zijn geweest bij het verwerven van de betaalfraudepanels en ook niet betrokken te zijn geweest bij het eerste betaalfraudepanel dat door [verdachte 3] op 26 maart 2020 van [verdachte 2] gekocht werd.
Uit een Telegram-chat tussen [verdachte 3] en [verdachte 2] blijkt dat zij al vanaf juni 2019 in contact zijn en spreken over het maken van een betaalfraudepanel. In maart 2020 wordt door [verdachte 3] het eerste panel voor € 500,- aangeschaft. De enige bewijsmiddelen waaruit mogelijke betrokkenheid van de verdachte bij dit eerste betaalfraudepanel blijkt, zijn twee chatberichten die door [verdachte 3] zijn doorgestuurd naar [verdachte 2] . Het eerste bericht betreft een screenshot van een bericht van LazyLinks aan Guru van 13 maart 2020, met daarin een link die betrekking heeft op internetbankieren bij de Argenta bank. In het tweede bericht, van 24 maart 2020, zegt Guru ‘
Ff nachecken, wacht heel even op antwoord neefje’. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [verdachte 3] steeds naar hem verwijst, als hij het over zijn neefje heeft. [20] Uit die chatberichten blijkt weliswaar van enige betrokkenheid van de verdachte, maar de rechtbank kan op basis van die chatberichten alleen niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de verdachte dat eerste betaalfraudepanel ook daadwerkelijk heeft verworven of voorhanden gehad. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken met betrekking tot deze periode en de betrokkenheid van verdachte bij het eerste betaalfraudepanel.
Over het verwerven en voorhanden hebben van het tweede betaalfraudepanel overweegt de rechtbank als volgt.
De politie heeft onderzoek verricht naar het panel dat draaide op het adres https://wemoeteneten.online. Uit de veiliggestelde lijst met ‘entries’ blijkt dat ‘Lazy’ in de periode van 20 september 2020 tot en met 19 oktober 2020 als ‘handler’ is vermeld naast in totaal 69 rijen met persoons- en/of bankgegevens. [21] De handler is de persoon die als laatste een wijziging heeft aangebracht in de ingevoerde gegevens. [22] De veiliggestelde lijst met entries loopt tot 24 december 2020. Lazy komt daarin na 19 oktober 2020 niet meer voor. Uit onderzoek naar de logbestanden van het panel, veiliggesteld van de telefoon van [verdachte 3] , blijkt dat Lazy daarin na 19 oktober 2020 voor het eerst weer voorkomt als ‘operator’ vanaf 8 maart 2021. [23]
Dit stemt overeen met de verklaring van de verdachte dat hij in de periode van 20 september 2020 tot en met 19 oktober 2020 en vanaf 8 maart 2021 actief was op het panel. [24]
Het tweede betaalfraudepanel is in opdracht van [verdachte 3] ontwikkeld. [25] Uit de chatgesprekken tussen [verdachte 3] en [verdachte 2] blijkt dat [verdachte 3] op een kladblok concepten heeft uitgeschreven en getekend over hoe het panel eruit moet komen te zien en moet werken. [verdachte 3] stuurt op 22 juli 2020 echter schermafbeeldingen van berichten van afkomstig LazyLinks, waarin deze afbeeldingen stuurt van een Bancontact betaling bij diverse Belgische banken. In de daaropvolgende dagen heeft [verdachte 3] het in de chat veelvuldig over zijn neefje, oftewel de verdachte. [verdachte 3] zegt:
‘m’n neefje zegt of die aanmeldcode zonder puntje ervoor kan en dan gelijk boven’,
‘Dat is m als t goed is heb m’n neefje ook ff gestuurd’en
‘Yess ik ga t sws dan ff helemaal checken met m’n neefje’. [verdachte 3] stuurt ook een schermafbeelding van een bericht van LazyLinks van 23 juli 2020 waarin LazyLinks een voorbeeld stuurt van het stappenplan dat bij ING België doorlopen moet worden om in te loggen op internetbankieren. [26]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij ook voor 20 september 2020 wel eens meedacht met [verdachte 3] over het ontwerp van het panel. [27]
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat de verdachte al vanaf 22 juli 2020 nauw en bewust heeft samengewerkt met [verdachte 3] met betrekking tot het verwerven en vervolgens het voorhanden hebben van het (tweede) betaalfraudepanel. De verdachte heeft dat panel daarna nog geruime tijd voorhanden gehad, getuige een groepschat tussen de verdachte, [verdachte 3] en [verdachte 4] waarin zij overleggen over het gebruik van het panel en de verdachte op 12 juli 2021 zegt
‘ik pak gewoon 2e’,en
‘alleen kan niet betalen met die kaart op vavo’. [28]
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte van 22 juli 2020 tot en met 13 juli 2021 tezamen en in vereniging met anderen een betaalfraudepanel heeft verworven en voorhanden gehad.
Feit 2: Oplichting
De verdachte heeft bekend zich in de periode van 20 september 2020 tot en met 19 oktober 2020 en van 8 maart 2021 tot en met 8 juli 2021 bezig te hebben gehouden met phishing. Hij heeft samen met anderen het betaalfraudepanel bediend en ook heeft hij sms-berichten met frauduleuze links gestuurd. [29]
Daarmee is gegeven dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Over de omvang van die oplichting overweegt de rechtbank als volgt.
In het kader van het opsporingsonderzoek naar [verdachte 2] heeft een opsporingsambtenaar op 24 december 2020, na toestemming van de officier van justitie, ingelogd op het betaalfraudepanel op het adres https://wemoeteneten.online. Genavigeerd kon worden naar de pagina ‘Entries’, waar vervolgens een tabel zichtbaar was met 449 rijen. In de kolom ‘Connected on’ waren data en tijdstippen vermeld. In de kolom ‘Quick input’ stonden persoons- en/of bankgegevens. In de kolom ‘Page’ stonden namen van banken. In de kolom ‘Handler’ stonden gebruikersnamen. Op basis van die bevindingen is de opsporingsambtenaar ervan uitgegaan dat de lijst met ‘Entries’ een lijst met doelwitten van phishing-acties is. De gegevens zijn veiliggesteld voor nader onderzoek. [30]
De officier van justitie heeft toestemming gegeven om deze gegevens ook te gebruiken in het opsporingsonderzoek naar de verdachte. Een van de veiliggestelde bestanden betreft voormelde tabel die is toegevoegd als digitale bijlage bij het proces-verbaal, onder de bestandsnaam ‘Entries wemoeteneten.online.xlsx’. [31]
Bij opening van dit bestand verschijnt een tabel met 449 rijen. Wanneer wordt gefilterd op ‘entries’ die gedateerd zijn van 20 september tot en met 19 oktober 2020, blijven er 337 rijen over. Van die 337 zijn er meerdere rijen die in het geheel geen persoonsgegevens en bankgegevens bevatten en die overduidelijk een testinvoer betreffen. Worden die eruit gefilterd, dan blijven er 183 rijen over. Worden dubbele entries eruit gefilterd, dan resteren 116 rijen. Deze rijen bevatten in de kolom ‘Quick input’ ten minste een kaartnummer en een vervaldatum, maar in veel gevallen veel meer (persoons)gegevens, zoals namen en geboortedata en aanmeldcodes. [32]
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat de verdachte door het aannemen van een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels een groot aantal personen heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van hun persoons- en/of bankgegevens. Dat blijkt in de eerste plaats uit de tabel met entries afkomstig uit het phishingpanel op het adres https://wemoeteneten.online. De rechtbank gaat ervan uit dat elk van de 116 entries is verkregen doordat een (potentieel) slachtoffer op een frauduleuze link heeft geklikt en vervolgens – denkend op de site van Itsme.be of een bank te zijn beland – zijn of haar gegevens heeft ingevuld. Tot die 116 behoren de in de tenlastelegging met naam genoemde slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . Verder blijkt uit andere bronnen, namelijk de Telegramgesprekken tussen de verdachte en zijn mededaders en de op de laptop van [verdachte 3] aangetroffen bestanden, dat er nog meer slachtoffers zijn gemaakt. Tot die slachtoffers behoren de in de tenlastelegging genoemde [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en de niet in de tenlastelegging bij naam genoemde slachtoffers [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] . Dit zal hieronder bij de feiten 3 en 4 nader worden toegelicht.
De rechtbank oordeelt dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan oplichting van een groot aantal personen, in de periode van 20 september 2020 tot en met 25 mei 2021 (de datum waarop blijkens de aangiftes van de hierboven genoemde personen laatstelijk door de verdachte met gebruik van het betaalfraudepanel is opgelicht).
Feit 6: voorhanden hebben lijsten met entries
De middels oplichting verkregen gegevens waarmee toegang kon worden gekregen tot een (deel van een) geautomatiseerd werk, heeft de verdachte ook voorhanden gehad. In het licht van alle feiten en omstandigheden uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting staat ook vast dat hij deze gegevens voorhanden had met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, Wetboek van Strafrecht werd gepleegd.
De rechtbank acht dan ook het onder 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, tezamen en in vereniging met anderen, eveneens gepleegd in de periode van 20 september 2020 tot en met 25 mei 2021.
Feit 4: diefstal met valse sleutel
De verdachte heeft in zijn politieverhoor en tijdens het onderzoek ter terechtzitting verklaard dat hij eerst samen met [verdachte 2] en [verdachte 3] en vervolgens met [verdachte 3] en [verdachte 4] , de via phishing verkregen persoons- en bankgegevens heeft gebruikt om in te loggen op de internetbankieromgevingen van slachtoffers en vervolgens geld weg te nemen van hun bankrekeningen. Ook heeft de verdachte verklaard dat de werkwijze steeds in de kern op hetzelfde neerkwam: zodra er een bericht binnenkwam dat een potentieel slachtoffer op een link had geklikt, ging één van het drietal met de door een slachtoffer in te vullen gegevens aan de slag en werd er geprobeerd om met die gegevens geld van de rekening van dat slachtoffer over te boeken. Daarbij was het om het even wie de diefstal voltooide; de ene keer deed de een dat, de andere keer de ander. [33]
De rechtbank acht deze laatste twee omstandigheden van cruciaal belang voor de vraag of en in welke gevallen diefstal in vereniging kan worden bewezen: ook als de rechtbank niet zou kunnen vaststellen wie van de dadergroep bij een bepaalde diefstal feitelijk geld afhandig heeft gemaakt, dan nog kan uit het voorgaande worden afgeleid dat tussen de verdachte en de anderen bij alle diefstallen die met behulp van het voornoemde panel zijn gepleegd een nauwe en bewuste samenwerking bestond. Daarbij geldt, uiteraard, de kanttekening dat de verdachte alleen verantwoordelijk kan worden gehouden voor diefstallen die hebben plaatsgevonden in de periode(s) waarin hij ook daadwerkelijk werkzaamheden verrichtte binnen de groep.
In het dossier zijn aangiftes van 39 Belgische slachtoffers opgenomen die volgens de politie in verband kunnen worden gebracht met de verdachte, [verdachte 3] , [verdachte 4] en [verdachte 2] . [34] Dertien van deze slachtoffers zijn bij naam genoemd in de tenlastelegging onder 3.
Bij naam genoemde slachtoffers in de tenlastelegging
De rechtbank stelt vast dat van deze dertien slachtoffers acht slachtoffers aangifte hebben gedaan van diefstal gepleegd in de periodes waarin de verdachte actief is geweest op het betaalfraudepanel. Het gaat om [slachtoffer 1] (14 oktober 2020, schadebedrag € 1.119,79) [35] , [slachtoffer 2] (15 oktober 2020, schadebedrag € 1.249,44) [36] , [slachtoffer 3] (7 oktober 2020, schadebedrag € 955,20) [37] , [slachtoffer 4] (7 oktober 2020, schadebedrag € 4.837,67) [38] , [slachtoffer 5] (23 mei 2021, schadebedrag € 22.482,37) [39] , [slachtoffer 6] (18 april 2021, schadebedrag € 2.351,57) [40] , [slachtoffer 7] (25 mei 2021, schadebedrag € 2.012,-) [41] en L. [slachtoffer 8] (23 maart 2021, schadebedrag € 3.402,61) [42] .
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] hebben allen verklaard een sms-bericht te hebben ontvangen waarin stond dat zij op hun Itsme-account moesten inloggen. Dit hebben zij gedaan, waarna er geldbedragen werden afgeschreven van hun bankrekeningen en overgemaakt naar derden. [43] In de groepschat ‘Andere Saus 2.0’, waaraan de verdachte, [verdachte 3] en [verdachte 2] deelnamen, zijn schermafbeeldingen verstuurd waarop te zien is dat was ingelogd op de internetbankieromgeving van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . [44] Van het banktegoed van [slachtoffer 6] is cryptovaluta gekocht, ten bate van een cryptowallet op naam van [geldezel 1] [45] Op de laptop van [verdachte 3] zijn de inloggegevens van de cryptowallet van [geldezel 1] aangetroffen. [46]
[slachtoffer 5] heeft op 23 mei 2021 gebruik gemaakt van de zoekfunctie van Google om bij haar bank, Argenta, in te loggen. Zij klikte op de door Google gepresenteerde link, heeft vervolgens ingelogd, maar kreeg de melding dat er onderhoudswerkzaamheden waren. Vervolgens is er een bedrag van € 22.482,37 van haar rekening afgeschreven naar een bankrekening op naam van [geldezel 2] . [47]
[slachtoffer 7] beschrijft in haar verhoor dat zij op exact dezelfde wijze opgelicht en bestolen is, maar in haar geval is een bedrag van € 2012,- overgeschreven naar Stichting Bitvavo te Amsterdam. [48]
Zoals hiervoor onder de inleidende en algemene overwegingen is beschreven, heeft de dadergroep waarvan de verdachte deel uitmaakte op enig moment gebruik gemaakt van Google advertenties. Wanneer in de zoekfunctie van Google bepaalde trefwoorden werden intikt, verscheen bovenaan de zoekresultaten een advertentie, die doorverwees naar het betaalfraudepanel van de verdachten.
Op de laptop van [verdachte 3] is een tekstbestand aangetroffen met de naam "main 1.txt". Daarin stond de volgende regel: " [geldezel 2] : [bankrekeningnummer 1] ". [49]
Van het banktegoed van [slachtoffer 7] is cryptovaluta gekocht, ten bate van een cryptowallet op naam van [geldezel 3] . [50] Op de laptop van [verdachte 3] zijn de inloggegevens van de cryptowallet van [geldezel 3] aangetroffen. [51]
[slachtoffer 8] installeerde op 23 maart 2021 de app Itsme op haar telefoon. Ze voerde alle gevraagde stappen succesvol uit. Om 09:47 uur ontving ze een bericht dat ze haar activatie nog verder diende te voltooien en daarvoor de meegezonden link diende te gebruiken. Toen ze even later haar bankrekening controleerde, zag ze dat er eenmaal € 1.100,- en eenmaal € 2.634,10 was overgeschreven van haar spaarrekening naar haar betaalrekening en vervolgens via bancontact betaald aan 2525 Ventures B.V, oftewel het cryptocurrency-exchange bedrijf Litebit. [52]
Uit onderzoek naar de laptop van [verdachte 3] is gebleken dat daarop inloggegevens stonden van onder andere een Litebit-account op naam van [geldezel 4] . [53] Dit Litebit-account is door de politie onderzocht en daaruit blijkt dat op 23 maart 2021 om 10:00 uur een aankoop is gedaan van 0,049724 Bitcoin ter waarde van € 2.306,50 en op 23 maart 2021 om 10:05 een aankoop van 0,02367 Bitcoin ter waarde van € 1.096,11 euro vanaf het bankrekeningnummer [bankrekeningnummer 2] : het bankrekeningnummer van [slachtoffer 8] .
Gezien voormelde feiten en omstandigheden, en in aanmerking genomen dat de door de slachtoffers beschreven modus operandi overeenkomt met de werkwijze van de dadergroep waarvan de verdachte deel uitmaakte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal van geldbedragen van deze slachtoffers door middel van een valse sleutel.
Overige slachtoffers
Naast de dertien in de tenlastelegging genoemde slachtoffers, zijn nog (delen van) 26 dossiers van Belgische slachtoffers van digitale fraude opgenomen.
[slachtoffer 12] (pleegdatum feit 29 september 2020) en [slachtoffer 9] (pleegdatum feit 27 april 2021) hebben aangifte gedaan van diefstal. [54] , [55] Zij zijn opgelicht en bestolen via dezelfde modus operandi: zij ontvingen een sms met de tekst dat zij op hun Itsme-account moesten inloggen en werden vervolgens geïnstrueerd om in te loggen in hun digitale bankomgeving. Daarna bleken er geldbedragen van hun bankrekeningen afgeschreven te zijn naar een bankrekening op naam van [geldezel 5] ( [slachtoffer 12] ) en Stichting Bitvavo ( [slachtoffer 9] ). Deze bankrekening op naam van [geldezel 5] is meerdere keren in het onderzoek opgedoken. Zo is het geldbedrag dat van [slachtoffer 1] afhandig is gemaakt ook naar die bankrekening gestort en heeft [verdachte 3] op 6 oktober 2020 in een Telegram groepschat met als titel ‘Karta’s’ en als andere deelnemers de verdachte en [verdachte 2] , het bankrekeningnummer van [geldezel 5] gedeeld. [56] , [57]
[slachtoffer 10] (pleegdatum feit 25 mei 2021, schadebedrag € 2.312,23) [58] en [slachtoffer 11] (pleegdatum feit 25 mei 2021, schadebedrag € 2.249,10) [59] meldden in hun aangiftes dat zij na een poging tot inloggen in de digitale omgeving van de Argenta Bank een zelfde melding kregen als slachtoffer [slachtoffer 5] , namelijk dat er onderhoud aan de site gepleegd werd. Bij beide slachtoffers zijn vervolgens geldbedragen overgemaakt naar Stichting Bitvavo te Amsterdam. Van de banktegoeden van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] is cryptovaluta gekocht, ten bate van een cryptowallet op naam van [geldezel 3] . [60] Op de laptop van [verdachte 3] zijn de inloggegevens van de cryptowallet van [geldezel 3] aangetroffen. [61]
Gezien voormelde feiten en omstandigheden, en in aanmerking genomen dat de door de slachtoffers beschreven modus operandi overeenkomt met de werkwijze van de dadergroep waarvan de verdachte deel uitmaakte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal van geldbedragen van deze slachtoffers door middel van een valse sleutel.
Van de overige 21 aangiftes in het dossier kan de rechtbank in onvoldoende mate vaststellen dat de verdachte betrokken is geweest bij de daarin gemelde strafbare feiten. De pleegdata genoemd in deze aangiftes vallen buiten de periode dat de verdachte actief is geweest, of kunnen vanwege een te sterk afwijkende modus operandi niet met zekerheid met de dadergroep waarvan de verdachte deel uitmaakte in verband worden gebracht. Dit geldt dus ook voor [slachtoffer 13] , die als benadeelde partij een vordering heeft ingediend (zie hierna onder 7).
Slotsom
De slotsom luidt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging met behulp van een valse sleutel van geldbedragen tot een totaal € 48.050,64, van de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 10] , gepleegd in de periode van 7 oktober 2020 tot en met 25 mei 2021. Deze periode is gebaseerd op de eerste en laatste pleegdatum van de diefstallen, zoals die blijken uit de aangiftes van de hiervoor genoemde personen.
Feit 3: computervredebreuk
Met de door middel van oplichting verkregen gegevens is door de verdachte en zijn mededader(s) ingelogd op de internetbankieromgeving van de hierboven genoemde slachtoffers, alvorens de genoemde geldbedragen te stelen. Daarmee is binnengedrongen in een (deel van een) geautomatiseerd werk, namelijk de servers van de beveiligde internetbankieromgeving van de bank. Nu de verdachte en zijn mededader(s) dat hebben gedaan met inloggegevens tot het gebruik waarvan zijn niet bevoegd waren, en door zich voor te doen als geautoriseerde klanten van de bank, is sprake van een valse sleutel en een valse hoedanigheid. Aldus heeft de verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig gemaakt aan computervredebreuk, in de periode van 7 oktober 2020 tot en met 25 mei 2021. Deze periode is gebaseerd op de eerste en laatste pleegdatum van de diefstallen, zoals die blijken uit de aangiftes van de hiervoor bij de bespreking van feit 4 genoemde personen.
Feit 5: Gewoontewitwassen
Zoals hiervoor overwogen, heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van geldbedragen van twaalf slachtoffers, bij elkaar opgeteld € 48.050,64. De verdachte heeft verklaard dat deze geldbedragen van de bankrekeningen van slachtoffers werden overgemaakt naar de bankrekeningen van derden, dan wel dat daarmee cryptovaluta werden gekocht ten bate van de cryptowallets van derden, alvorens de verdachte en de anderen delen van de opbrengst zelf in de vorm van cryptovaluta in hun wallet binnen kregen. [62] De verdachte wist dat dit geld uit misdrijf afkomstig was, immers heeft hij die misdrijven zelf (mede)gepleegd. Door de geldbedragen over te maken naar andere bankrekeningen en daarna als cryptovaluta aan zichzelf en zijn mededaders te laten uitbetalen, of deze direct om te zetten in cryptovaluta en een deel naar zijn wallet en de wallets van zijn mededaders over te boeken, heeft hij de herkomst van deze geldbedragen verhuld. Daarmee heeft de verdachte zich tezamen en in vereniging schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van in totaal € 48.050,64, in de periode van 7 oktober 2020 tot en met 25 mei 2021. Deze periode is gebaseerd op de eerste en laatste pleegdatum van de diefstallen, zoals die blijken uit de aangiftes van de hiervoor bij de bespreking van feit 4 genoemde personen. De rechtbank oordeelt tevens dat de verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt, gelet op de duur, het aantal slachtoffers en de planmatigheid van het witwassen.
Het dossier biedt aanknopingspunten dat, gelet op de modus operandi en de vele persoons- dan wel bankgegevens die in het panel zijn ingevoerd, nog veel meer geldbedragen zijn buitgemaakt en witgewassen door de dadergroep waarvan de verdachte deel uitmaakte. [verdachte 4] heeft verklaard dat hij, [verdachte 3] en de verdachte ieder zo’n € 70.000,- hebben buitgemaakt. Die zou een zesde deel van het totale door hen gestolen bedrag zijn geweest. Het enige ondersteunende bewijsmiddel daarvoor is een gesprek in de groepschat van [verdachte 3] , [verdachte 4] en de verdachte op 7 juli 2021 waarin [verdachte 4] zegt dat zij per persoon al ‘70’ hebben ‘gechapt’. De verdachte zegt in datzelfde gesprek dat als ‘deze lukt’ (de rechtbank begrijpt: de volgende phishingactie) ‘is al t de man’, waarbij ‘t’ staat voor een ton. De verdachte, daarover ter terechtzitting bevraagd, heeft verklaard dat hij hier meepraatte met [verdachte 4] en dat het grootspraak van zijn kant was. Verder heeft hij erop gewezen dat hij tussen 19 oktober 2020 en 8 maart 2021 niet actief is geweest op het betaalfraudepanel, maar [verdachte 3] en [verdachte 4] wel, en dat het onlogisch zou zijn als hij dan in gelijke mate als de anderen zou hebben meegedeeld in de opbrengst. Uit het onderzoek is gebleken dat de verdachte tussen 19 oktober 2020 en 8 maart 2021 inderdaad niet actief is geweest op het betaalfraudepanel. Daarentegen vallen 24 van de 39 aangiftes van Belgische slachtoffers in het dossier in die periode. Anders dan bij [verdachte 3] en [verdachte 4] , is bij de verdachte geen nader onderzoek gedaan naar zijn eigen bankrekeningen of cryptowallets, waaruit zou kunnen blijken dat hij over (aanzienlijke) vermogensbestanddelen beschikt. Gelet op dit alles kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid en nauwkeurigheid vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van meer dan € 48.050,64.
Feit 7: Deelneming aan een criminele organisatie
Om van een criminele organisatie te kunnen spreken, moet sprake zijn van een samenwerkingsverband gericht op het plegen van strafbare feiten met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.
Samenwerkingsverband
De verdachte heeft bekend zich in de periode van 20 september 2020 tot en met 19 oktober 2020 en van 8 maart 2021 tot en met 8 juli 2021 bezig te hebben gehouden met phishing. Hij heeft samen met [verdachte 3] en [verdachte 2] het betaalfraudepanel bediend en ook heeft hij sms-berichten met frauduleuze links gestuurd. Het drietal was samen actief op het panel en in de groepschat werd afgesproken wie welk slachtoffer op zich zou nemen. [63] Verder is een audiobestand van [verdachte 3] uitgeluisterd, dat hij op 3 oktober 2010 via Telegram aan [verdachte 2] stuurde en waarin hij het volgende zegt:
“Bro ik zie dit gewoon letterlijk als een team. Jij, ik en lazy bro. En ik wil gewoon dienen”. [64] De verdachte en [verdachte 3] hebben verklaard dat [verdachte 4] zich bij hen gevoegd heeft als vervanger van de op 19 oktober 2020 aangehouden [verdachte 2] , maar uit de lijst met entries en de logbestanden blijkt dat [verdachte 4] (Ano 020) daarin al vanaf 25 september 2020 voorkomt als ‘handler’, naast de verdachte (Lazy), [verdachte 3] (Guru) en [verdachte 2] (Haiku). [65] Er is daarom sprake geweest van een samenwerkingsverband dat in ieder geval heeft bestaan vanaf 20 september 2020 tot en met 13 juli 2021 (de datum van aanhouding van [verdachte 3] ) en waar de verdachte, [verdachte 3] , [verdachte 2] en [verdachte 4] in wisselende samenstelling en op verschillende momenten deel van hebben uitgemaakt.
Deelneming
De rol van de verdachte binnen dit samenwerkingsverband bestond uit het bedienen van het panel, het versturen van sms-berichten naar potentiële slachtoffers en geldbedragen van slachtoffers wegnemen door bedragen van hun bankrekeningen over te maken naar derden. Hoewel uit de logbestanden blijkt dat hij daarin veel minder actief was dan de anderen, heeft de verdachte hiermee deelgenomen aan het samenwerkingsverband.
Duurzaamheid
De verdachte is in ieder geval vanaf 20 september 2020 betrokken geraakt bij deze samenwerking. Als op 19 oktober 2020 [verdachte 2] wordt aangehouden, trekt de verdachte zich tijdelijk terug, en gaan [verdachte 3] en [verdachte 4] samen verder. Zij blijven gebruik maken van hetzelfde betaalfraudepanel en hanteren dezelfde modus operandi. Op 8 maart 2021 voegt de verdachte zich weer bij [verdachte 3] en [verdachte 4] en vanaf dan is hij weer actief op het panel. Dit gaat door tot en met 13 juli 2021, wanneer [verdachte 3] aangehouden wordt. In de periode van bijna een jaar wordt telkens gebruik gemaakt van hetzelfde betaalfraudepanel. Er is dus sprake van een zekere duurzaamheid van een organisatie rondom [verdachte 3] met gebruikmaking van hetzelfde betaalfraudepanel en dezelfde modus operandi.
Structuur
De deelnemers aan het samenwerkingsverband spraken telkens af wie welk slachtoffer op zich zou nemen en wanneer welke persoon diensten zou draaien op het panel. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat
‘in de groepschat meteen gesproken werd wie pakt de eerste, wie pakt de tweede. Ik pakte de eerste die op mijn naam zou moeten komen’. [66] Dit blijkt ook uit de veiliggestelde groepschats ‘Andere Saus 2.0’ en ‘Werken kankerjong’. Hieruit blijkt al van een gestructureerde samenwerking. Dat blijkt tevens uit de wijze waarop zij de buit gemaakte geldbedragen wegsluisden, door deze naar bankrekeningen of cryptowallets van geldezels over te maken, die daarvoor betaald werden, en het geld vervolgens in de vorm van cryptovaluta naar hun eigen wallets over te boeken.
Oogmerk tot het plegen van misdrijven
Het oogmerk van het samenwerkingsverband is het plegen van misdrijven geweest, zo blijkt uit de verklaringen van de verdachten en uit de berichten in de Telegram-groepschats ‘Andere Saus 2.0’ en ‘Werken kankerjong’, waarin vrijwel uitsluitend werd gesproken over phishing. [67] , [68] Hun hele samenwerking was gericht op phishing en het wegsluizen van de opbrengst daarvan. Het gaat dan om de misdrijven oplichting, het verwerven en voorhanden hebben van gegevens waardoor toegang kan worden verkregen tot geautomatiseerde werken, computervredebreuk, diefstal door middel van een valse sleutel en gewoontewitwassen.
Slotsom
De slotsom luidt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte in de periode van 20 september 2020 tot en met 13 juli 2021 heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit de verdachte, [verdachte 3] , [verdachte 2] en [verdachte 4] , die tot oogmerk had het plegen van misdrijven.
De rechtbank oordeelt dat de in de tenlastelegging genoemde ‘Phantom’, ‘Exp’ en ‘3AKABOUZ’ wel een bijdrage hebben geleverd aan het plegen van de misdrijven waarop de organisatie was gericht, maar dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om vast te stellen dat zij hebben deelgenomen aan deze organisatie.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van
22 juli2020 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid,
van het Wetboek van Strafrechtwordt gepleegd, een technisch hulpmiddel,
datontworpen
istot het plegen van zodanig misdrijf, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen,
eenbetaalfraudepanel/phishingpanel gekocht, welk voornoemde panel, ontworpen met het oog op gebruikers van Itsme en/of klanten van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, werd gebruikt om phishing en/of bankfraude en/of betaalfraude mee te plegen, waarbij gebruikers van voornoemde (digitale identiteits)applicatie en klanten van hierboven genoemde banken werden bewogen tot het afgeven van (inlog)gegevens, met welke (inlog)gegevens vervolgens wederrechtelijk werd ingelogd op de servers van de online bankieren omgevingen van de banken;
2.
hij in de periode van
20 september2020 tot en met
25 mei2021 in Nederland en, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, een groot aantal personen, waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] ;
- [slachtoffer 2] ;
- [slachtoffer 3] ;
- [slachtoffer 4] ;
- [slachtoffer 5] ;
- [slachtoffer 6] ;
- [slachtoffer 7] ;
- [slachtoffer 8] ;
heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
- rekeninggegevens en/of
- pincode(s) en/of
- verificatiecode(s) en/of
- de (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) en/of
- overige gegevens
voor het gebruik van Itsme en/of (internet)bankieren bij de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
door aan voornoemde personen een SMS-bericht te sturen, danwel ze via Google Ads naar een phishing site te leiden, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich voordeden als Itsme en/of de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, en/of een (bonafide) verkoper op 2ehands.be,
waarbij men telkens in het bericht danwel in de Google zoekresultaten werd bewogen op een URL (link) te klikken, waarna voornoemde personen werden doorgeleid naar een door verdachte(n) beheerde website, waar zij zijn bewogen tot afgifte van voornoemde gegevens;
3.
hij in de periode van
7 oktober2020 tot en met
25 mei2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten servers van de (beveiligde) internetbankieren omgevingen van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, althans delen daarvan, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) telkens de toegang tot de geautomatiseerde werken hebben verworven met behulp van valse sleutels,
- te weten de (inlog)gegevens benodigd voor het internetbankieren van geautoriseerde klant(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
en
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als een geautoriseerde klant van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank;
4.
hij in de periode van
7 oktober2020 tot en met
25 mei2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere geldbedragen, toebehorende aan een klant van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] ;
- [slachtoffer 2] ;
- [slachtoffer 3] ;
- [slachtoffer 4] ;
- [slachtoffer 5] ;
- [slachtoffer 6] ;
- [slachtoffer 7] ;
- [slachtoffer 8] ;
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging,
- zich telkens toegang verschaft tot de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank (internet)bankrekening(en) van
eenklant van voornoemde banken, met gebruikmaking van aan deze klant toebehorende (inlog)gegevens,
- waarna verdachte en/of zijn mededader(s) één of meerdere geldbedragen van de bankrekening van voornoemde klant, heeft overgemaakt naar één of meerdere bankrekening(en) van een derde;
5.
hij in de periode van
7 oktober2020 tot en met
25 mei2021 , in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, door van voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen (van in totaal - in ieder geval - € 48.050,64), de herkomst te verhullen, immers hebben verdachte en mede
daderswederrechtelijk toegang verkregen tot de servers van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van de banken van meerdere slachtoffers en hebben zij vervolgens (meermalen)
-de digitale banktegoeden omgezet in cryptocurrencies en/of;
-de digitale banktegoeden overgeboekt naar bankrekeningen op naam van anderen en deze vervolgens weer verder door geboekt en/of omgezet;
welke geldbedragen - middellijk of onmiddellijk - van misdrijf afkomstig zijn, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
6.
hij in de periode van 20 september 2020 tot en met
25 mei2021 te ’s-Gravenhage,
tezamen en in vereniging met anderen, 1.183 gebruikersnamen en/of (daarbij behorende) wachtwoorden en/of andere inloggegevens en/of daarmee vergelijkbare gegevens (ten behoeve van internetbankieren), waardoor toegang kon worden gekregen tot een (deel van een) geautomatiseerd werk, voorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, Wetboek van
Strafrecht werd gepleegd, door op een betaalfraudepane, een lijst met zogeheten “entries” voorhanden te hebben met hierop voornoemde gegevens;
7.
hij in de periode van
20 september2020 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage, heeft deelgenomen aan een organisatie, die bestond uit verdachte en/of haiku ( [verdachte 2] ) en/of ANO
20/ Jerry V2.0 en
een andere persoon, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, welke gericht waren tegen (klanten van) verschillende banken, te weten de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, namelijk:
- oplichting en
- het verwerven en voorhanden hebben van (een) computerwachtwoord(en), toegangscode(s) of daarmee vergelijkba(a)r(e) gegeven(s), waardoor toegang kan worden verkregen tot (een) (gedeelte van een) geautomatiseerd(e) werk(en) en
- computervredebreuk en
- diefstal door middel van een valse sleutel en
- gewoontewitwassen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde een meldplicht, zoals geadviseerd door de reclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een taakstraf en eventueel nog een voorwaardelijke gevangenisstraf, met als voorwaarde een meldplicht bij de reclassering.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en zijn gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich, samen met anderen, in het najaar van 2020 gedurende een maand en vanaf het voorjaar van 2021 gedurende vier maanden bezig gehouden met een vorm van fraude die wordt aangeduid met de term phishing. Het gaat hier om een geraffineerde vorm van digitale fraude waarbij slachtoffers werden misleid en bestolen. Daarbij gebruikten de verdachte en zijn mededaders een speciaal voor dat doel ontworpen stuk software, genaamd betaalfraudepanel of phishingpanel. De verdachte en een van zijn mededaders hebben een betaalfraudepanel besteld en dat laten ontwikkelen aan de hand van hun wensen. Vervolgens hebben zij met de ontwikkelaar, en later ook met een ander, dat panel in gebruik genomen. Hun werkwijze was als volgt. De verdachte en zijn mededaders leidden hun slachtoffers via sms-berichten of advertenties op Google naar nepwebsites, die leken op de inlogpagina’s van hun bank. Nadat de slachtoffers daar hun inloggegevens hadden ingevoerd, logden de verdachte en zijn mededaders daarmee heimelijk in op de internetbankieromgeving van de slachtoffers. Vervolgens werden de slachtoffers via de nepwebsite bewogen ook hun aanmeldcode in te voeren, waarna de verdachte en zijn mededaders geldbedragen van de bankrekeningen van de slachtoffers konden wegnemen. Dit deden zij door geldbedragen van de bankrekeningen van de slachtoffers om te zetten in cryptovaluta of over te maken naar bankrekeningen van derden (zogenoemde geldezels).
Op deze manier hebben de verdachte en zijn mededaders twaalf slachtoffers benadeeld voor een totaalbedrag van ongeveer 50.000 euro. Daarnaast hebben zij op de hiervoor omschreven wijze de persoonsgegevens van meer dan honderd anderen verkregen. Hoewel niet kan worden vastgesteld dat het ook in die gevallen tot diefstal van geldbedragen is gekomen, kan het niet anders dan dat zij deze persoonsgegevens hebben buitgemaakt met het oog daarop. De verdachte en zijn mededaders handelden in een crimineel samenwerkingsverband van wisselende samenstelling. Zij verdeelden de taken die komen kijken bij het uitvoeren van phishing, zoals het sturen van sms’jes, het bedienen van het betaalfraudepanel en het wegsluizen van het geld.
De verdachte heeft aldus de slachtoffers financieel schade berokkend. Daarbij komt dat met deze vorm van fraude het vertrouwen dat door de samenleving moet kunnen worden gesteld in het digitale berichten- en betalingsverkeer en bankwezen, wordt ondermijnd. Wanneer dit vertrouwen niet meer aanwezig is, bestaat het risico van ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer.
De ernst van dergelijke strafbare feiten, zeker als het gaat om een substantieel aantal slachtoffers en een aanzienlijk schadebedrag, rechtvaardigt dan ook in beginsel oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Bepalend voor de op te leggen straf is echter niet alleen de ernst van feiten, maar ook de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Daarbij komt onder meer betekenis toe aan de rol die de verdachte heeft gespeeld bij het begaan van die feiten. Die rol was beduidend kleiner dan die van zijn mededaders. Zo blijkt uit de logbestanden van het betaalfraudepanel dat het overgrote deel van de handelingen daarmee niet is verricht door de verdachte, maar door zijn mededaders. En zo blijkt uit chatgesprekken tussen de verdachte en zijn mededaders waarin de phishing werd besproken dat hij daarin doorgaans een meer afwachtende houding innam, terwijl zijn mededaders daar de boventoon voerden. Deze omstandigheden hebben een matigende werking op de op te leggen straf. Zij laten echter onverlet dat de verdachte als medepleger en als deelnemer aan het criminele samenwerkingsverband medeverantwoordelijk is voor de door hem en zijn mededaders begane feiten.
Gezien voormelde omstandigheden acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar in beginsel passend.
Vervolgens dient te worden nagegaan of de persoon van de verdachte of zijn persoonlijke omstandigheden invloed hebben op de strafoplegging en zo ja, in welke mate.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 20 februari 2023. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadviezen van 31 mei 2022 en 23 februari 2023. Hierin staat – samengevat – het volgende.
De verdachte heeft een belast verleden dat heeft geleid tot beperkte sociale vaardigheden, depressieve gevoelens, een minderwaardigheidscomplex en het opkroppen van emoties. Deze factoren in combinatie met eenzaamheid, een ontbrekend vriendschappelijk sociaal netwerk en beïnvloedbaarheid hebben tot het plegen van de strafbare feiten door de verdachte geleid. Volgens de verdachte wist hij dat wat hij deed strafbaar was, maar is hij hier niet mee gestopt om het vertrouwen van en de vriendschap met een van zijn mededaders niet te beschadigen. Hij wilde zijn enige vriend niet kwijtraken. De reclassering herkent hierin een schadelijke denkwijze met risico’s op recidive. Zonder professionele ondersteuning schat de reclassering de kans op recidive in als gemiddeld.
De voorlopige hechtenis van de verdachte is met ingang van 28 juni 2022 geschorst. Sindsdien heeft hij zijn opleiding afgerond en heeft hij een fulltime baan gevonden. Zijn halfjaarcontract is met een jaar verlengd en hij heeft promotie gekregen. Hij kan rondkomen van zijn inkomsten en onderhoudt daarvan ook zijn moeder. Zijn sociale netwerk is uitgebreid en het gaat in mentaal opzicht beter met de verdachte. Zijn middelengebruik is afgenomen. Zijn gevoelens van eenzaamheid en psychosociale problematiek ervaart hij echter nog steeds, aldus de reclassering.
Op vrijwillige basis is de verdachte begonnen met een psychologisch behandeltraject bij behandelcentrum Fier. Daar is hij gediagnostiseerd met PTSS, een paniekstoornis, een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in cannabisgebruik en problemen verband houdend met justitiële maatregelen. Omdat men bij Fier geen allesomvattende behandeling kon bieden voor de problematiek van de verdachte, is hij met dat traject gestopt en zoekt hij momenteel met zijn huisarts naar een passende behandelaar. De reclassering meent dat de verdachte gebaat is bij een ambulant behandelingstraject in vrijwillig kader en verwacht dat het volgen hiervan het risico op recidive zal verlagen. De reclassering adviseert een reclasseringstoezicht in de vorm van een meldplicht op te leggen om daarop zicht te houden.
Gezien de door behandelcentrum Fier vastgestelde DSM-5 diagnose staat de reclassering negatief tegenover de oplegging van een gevangenisstraf. Voor een taakstraf ziet de reclassering geen contra-indicaties.
Ter terechtzitting heeft de opsteller van de reclasseringsadviezen, [naam] , als deskundige toegelicht dat de verdachte niet detentieongeschikt is, maar dat detentie voor de verdachte vanwege zijn belaste verleden en daaruit voortkomende psychische kwetsbaarheid zwaarder zal vallen dan voor een ander. Daarnaast zal detentie negatieve gevolgen hebben voor zijn werk. De reclassering adviseert daarom tegen oplegging van een gevangenisstraf.
De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding om af te wijken van het genoemde uitgangspunt van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar. Zij overweegt daartoe als volgt.
De verdachte is een nog jonge man. Hij is nu bijna 24 jaar oud, ten tijde van de bewezen verklaarde feiten was hij 21 en 22. Als gevolg van een belast verleden heeft hij bepaalde psychische beperkingen. Tezamen met gevoelens van eenzaamheid hebben die gemaakt dat hij verkeerde keuzes gemaakt. Hij heeft 47 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht en heeft zich na de schorsing van die hechtenis herpakt en zijn leven een wending ten goede gegeven. In zijn leven zijn nu meerdere beschermende factoren aanwezig, waarvan de belangrijkste een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk en daaruit voortvloeiende financiële stabiliteit zijn. Hij is daarnaast bezig zijn sociale netwerk uit te breiden en passende behandeling voor zijn psychische problematiek te vinden. Als de verdachte wederom gedetineerd zou raken, zouden deze positieve ontwikkelingen worden doorkruist en zeer wel mogelijk teniet worden gedaan. Daarbij is de verdachte niet gebaat, maar ook de samenleving niet. Het wegvallen van voormelde beschermende factoren vergroot immers juist de kans op herhaling. In aanmerking genomen de jonge leeftijd van de verdachte en zijn blanco strafblad, kent de rechtbank hieraan een groot gewicht toe. De rechtbank acht het dan ook niet aangewezen om een straf op te leggen die maakt dat de verdachte wederom gedetineerd zou raken. Daarbij weegt ook mee dat detentie voor de verdachte vanwege zijn psychische kwetsbaarheid zwaarder is dan voor een ander. De ernst van de feiten dwingt in dit geval niet tot het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf, in aanmerking genomen de relatief kleine rol die de verdachte bij die feiten heeft gespeeld, afgezet tegen de rol van zijn mededaders.
Van de hiervoor genoemde gevangenisstraf van een jaar zal de rechtbank daarom het grootste deel, te weten 313 dagen, voorwaardelijk opleggen. Het onvoorwaardelijke deel bedraagt dan 47 dagen, waarvan wordt afgetrokken de tijd door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebracht, zodat hij niet opnieuw gedetineerd zal worden. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank een proeftijd van twee jaren verbinden en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering, om de redenen vermeld in de reclasseringsadviezen.
Om recht te doen aan de ernst van de feiten en aan de strafdoelen van vergelding en normstelling, zal de rechtbank daarnaast een taakstraf voor de tijd van 360 uren opleggen. Ingevolge artikel 6:3:1 van het Wetboek van Strafvordering moet deze straf binnen achttien maanden worden voltooid. Hoewel de verdachte fulltime werkt, acht de rechtbank dat voor hem niet onmogelijk. Wel zal het wellicht van hem vergen dat hij verlofdagen of weekenden besteedt aan het verrichten van de taakstraf. Bij niet verrichten van de taakstraf wordt deze vervangen door 180 dagen hechtenis.
Omdat in deze zaak sprake is van meerdere strafbare feiten en zogeheten meerdaadse samenloop, kan de rechtbank een taakstraf opleggen die langer duurt dan de in artikel 22c van het Wetboek van Strafrecht genoemde 240 uren. Zij verwijst daartoe naar het arrest van de Hoge Raad van 13 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1191.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

7.1
De vorderingen
[slachtoffer 13] en [slachtoffer 4] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in het strafproces. [slachtoffer 13] vordert schadevergoeding van € 4.623,40, [slachtoffer 4] vordert schadevergoeding van € 4.837,67, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en bestaande uit materiële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, omdat de pleegdatum van het door deze benadeelde partij aan zijn vordering ten grondslag gelegde strafbare feit valt in de periode dat de verdachte niet actief was op het betaalfraudepanel. De vordering van [slachtoffer 4] kan volgens de officier van justitie hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering en dat de vordering van [slachtoffer 4] kan worden toegewezen, maar heeft verzocht dit bedrag door drie te delen, zodat de mededaders te zijner tijd voor hun deel van de schade aansprakelijk kunnen worden gesteld. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 4] hoofdelijk kan worden toegewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 13]
Aangezien de rechtbank de verdachte vrijspreekt van de diefstal van het geldbedrag van
[slachtoffer 13] , zoals hiervoor bij de bespreking van feit 4 is toegelicht, zal de rechtbank de vordering van [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk verklaren.
[slachtoffer 4]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 4 bewezen verklaarde. Deze schade bestaat uit het bedrag dat de verdachte en zijn mededaders met behulp van de via oplichting verkregen (inlog)gegevens hebben gestolen. De geleden schade bedraagt € 4.837,67 en de rechtbank zal de vordering derhalve toewijzen ter hoogte van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2020. Aangezien de verdachte de schade tezamen en in vereniging met anderen heeft toegebracht, zal de rechtbank de vordering hoofdelijk toewijzen. De rechtbank ziet geen reden om het bedrag door drie te delen, zoals door de raadsvrouw verzocht.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van in totaal € 4.837,67, te vermeerderen met de wettelijke vanaf 7 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor 58 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Proceskostenveroordeling
Het voorgaande brengt mee dat de verdachte wordt veroordeeld in de proceskosten van [slachtoffer 4] , begroot op nihil, en de kosten die deze ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. [slachtoffer 13] wordt veroordeeld in de kosten die de verdachte ter verdediging tegen de vordering heeft moeten maken, begroot op nihil.

8.Het in beslag genomen voorwerp

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen telefoon verbeurd moet worden verklaard.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de telefoon moet worden teruggegeven aan de rechthebbende, te weten de moeder van de verdachte.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Niet is gebleken dat de in beslag genomen telefoon in verband staat met enig strafbaar feit waarvoor de verdachte bij dit vonnis wordt veroordeeld. Evenmin is gebleken dat het ongecontroleerde bezit van de telefoon in strijd is met de wet of het algemeen belang. De telefoon is dus niet vatbaar voor verbeurverklaring of onttrekking aan het verkeer. Om die reden zal de rechtbank beslissen dat de telefoon moet worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon.

9.De voorlopige hechtenis

De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen, omdat de rechtbank aan de verdachte geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal op leggen die in duur langer is dan de door hem reeds in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd.

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 55, 57, 139d, 140, 311, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

11.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, verwerven en voorhanden hebben;
ten aanzien van de feiten 2 en 6:
eendaadse samenloop van
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
en
medeplegen van met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een computerwachtwoord, toegangscode of een daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, voorhanden hebben;
ten aanzien van de feiten 3 en 4:
eendaadse samenloop van
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van gewoontewitwassen;
ten aanzien van feit 7:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
360 (DRIEHONDERDZESTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
313 (DRIEHONDERDDERTIEN) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
en onder de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van
360 (DRIEHONDERDZESTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
180 (HONDERDTACHTIG) DAGEN;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] hoofdelijk toe tot een bedrag van € 4.837,67, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.837,67, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling kan gijzeling worden toegepast voor 58 dagen, waarbij de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat als de verdachte de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel te betalen aan de Staat en dat als de verdachte het toegewezen bedrag deels of geheel aan de Staat heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel aan de benadeelde partij te betalen;
bepaalt dat als een van de mededaders de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald en/of de betalingsverplichting aan de Staat deels of geheel heeft voldaan, de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte gemaakt ter verdediging tegen de vordering, begroot op nihil;
gelast de teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van het op de beslaglijst onder 3 genoemde voorwerp, te weten: 1 STK telefoontoestel (merk LG);
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.W. Mulder, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. D.L.S. Ceulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. den Besten, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 april 2023.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c wordt gepleegd,
een of meerdere technische hulpmiddelen, die (telkens) hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen zijn tot het plegen van zodanig misdrijf, heeft verworven, ingevoerd en/of voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere betaalfraudepanels/of phishingpanels gekocht en/of aangeschaft, in elk geval voorhanden gehad, welke voornoemde panels, ontworpen met het oog op gebruikers van Itsme en/of klanten van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, (vervolgens) werden gebruikt om phishing en/of bankfraude en/of betaalfraude mee te plegen, waarbij gebruikers van voornoemde (digitale identiteits)applicatie en/of klanten van één of meerdere (hierboven genoemde) banken werden bewogen tot het afgeven van (inlog)gegevens, met welke (inlog)gegevens vervolgens wederrechtelijk werd ingelogd op de servers van de online bankieren omgevingen van de banken en/of voornoemde klanten;
2
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal (in ieder geval zo’n 1.183) perso(o)n(en), waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] (dossier 1);
- [slachtoffer 2] (dossier 3);
- [slachtoffer 3] (dossier 4);
- [slachtoffer 14] (dossier 9);
- [slachtoffer 15] (dossier 10);
- [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 4] (dossier 27);
- [slachtoffer 5] (dossier 33);
- [slachtoffer 17] (dossier 70);
- [slachtoffer 18] (dossier 80);
- [slachtoffer 13] (dossier 97);
- [slachtoffer 6] (dossier 148);
- [slachtoffer 7] (dossier 156);
- [slachtoffer 8] (dossier 162);
heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
- rekeninggegevens en/of
- pincode(s) en/of
- verificatiecode(s) en/of
- de (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) en/of
- overige gegevens
voor het gebruik van Itsme en/of (internet)bankieren bij de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
door - zakelijk weergegeven -
aan voornoemde (rechts)perso(o)nen een (SMS- en/of e-mail- en/of WhatsApp-)bericht te sturen, danwel ze via Google Ads naar een phishing site (toe) te lokken/leiden, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich voordeed/voordeden als zijnde Itsme en/of de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
en/of een (bonafide) verkoper op 2ehands.be,
waarbij men telkens in het bericht dan/wel (in geval van Google Ads) in de Google zoekresultaten werd bewogen een URL (link) te openen / op een URL (link) te klikken,
waarna voornoemde (rechts)perso(o)n(en) werd(en) doorgeleid naar een door verdachte(n) beheerde website, waar zij zijn bewogen tot afgifte van voornoemde gegevens;
3
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten server(s) van de(beveiligde) internetbankieren omgeving|(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, althans een de(e)l(en) daarvan, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de toegang tot de geautomatiseerde werken heeft/hebben verworven met behulp van (een) valse sleutel(s),
- te weten de (inlog)gegevens benodigd voor het internetbankieren van geautoriseerde klant(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
en/of
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als zijnde een of meer geautoriseerde klant(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank;
4
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan één of meerdere klanten van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] (€ 1.119,79) (dossier 1);
- [slachtoffer 2] (€ 1.249,44) (dossier 3);
- [slachtoffer 3] (€ 955,20) (dossier 4);
- [slachtoffer 14] (€ 1148,23 en/of € 2.222,32 en/of 2.133,43) (dossier 9);
- [slachtoffer 15] (€2.476,57) (dossier 10);
- [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 4] (€ 2344,45 en 2493,22) (dossier 27);
- [slachtoffer 5] (€ 22.482,37) (dossier 33);
- [slachtoffer 17] (€ 2386,88) (dossier 70);
- [slachtoffer 18] (€1369,87) (dossier 80);
- [slachtoffer 13] (€ 2.439,12 en/of € 2.432,23 en/of € 2.413,22) (dossier 97);
- [slachtoffer 6] (€ 2351,57) (dossier 148);
- [slachtoffer 7] (€ 2012,-) (dossier 156);
- [slachtoffer 8] (€ 1.096,11 en/of € 2.306,50) (dossier 162);
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging, althans alleen, - zich (telkens) toegang verschaft tot de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank (internet)bankrekening(en) van één of meerdere klant(en) van voornoemde bank(en), met gebruikmaking van aan deze klant(en) toebehorende (inlog)gegevens,- waarna verdachte en/of zijn mededader(s) één of meerdere geldbedrag(en) van de bankrekening(en) van voornoemde klant(en), heeft overgemaakt naar één of meerdere bankrekening(en) van zichzelf/henzelf en/of (een) derde(n);
5
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021, te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, door van (een) voorwerp(en), te weten meerdere (grote) geldbedragen (van in totaal - in ieder geval - zo’n € 420.000,-), de herkomst en/of vervreemding en/of verplaatsing te verhullen en/of die voorwerpen te verwerven en/of voorhanden te hebben en/of om te zetten en/of van die voorwerpen gebruik te maken,
immers hebben verdachte en medeverdachten wederrechtelijk toegang verkregen tot de servers van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van de banken van meerdere slachtoffers en hebben zij vervolgens (meermalen)
-de digitale banktegoeden omgezet in cryptocurrencies en/of deze vervolgens weer verder door geboekt en/of omgezet en/of;
-de digitale banktegoeden overgeboekt naar (meestal buitenlandse) bankrekeningen op naam van anderen (zogenaamde moneymules) en/of deze vervolgens weer verder door geboekt en/of omgezet;
welke geldbedragen - middellijk of onmiddellijk - van misdrijf afkomstig zijn, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
6
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2020 tot en met 8 februari 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
1.183, althans meerdere, gebruikersnamen en/of (daarbij behorende) wachtwoorden en/of andere inloggegevens en/of daarmee vergelijkbare gegevens (ten behoeve van internetbankieren), waardoor toegang kon worden gekregen tot een (deel van een) geautomatiseerd werk, voorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht werd gepleegd, door op/in een betaalfraudepanel, in elk geval op/in een gegevensdrager, een lijst (met zogeheten “entries”) voorhanden te hebben met hierop/hierin voornoemde gegevens;
7
Hij, in de periode van 15 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, heeft deelgenomen aan een organisatie,
die bestond uit verdachte en/of medeverdachte [verdachte 1] en/of haiku ( [verdachte 2] ) en/of ANO 026 / Jerry V2.0 en/of PHANTOM en/of 3AKABOUZ en/of EXP en/of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
welke gericht waren tegen (klanten van) verschillende banken, te weten de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, namelijk:
- oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het verwerven en voorhanden hebben van (een) computerwachtwoord(en), toegangscode(s) of daarmee vergelijkba(a)r(e) gegeven(s), waardoor toegang kan worden verkregen tot (een) (gedeelte van een) geautomatiseerd(e) werk(en) (artikel 139d Sr) en/of
- computervredebreuk (artikel138ab Wetboek van Strafrecht) en/of
- diefstal door middel van braak/verbreking, inklimming en/of een valse sleutel (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en/of
- gewoontewitwassen (artikel 420ter jo. 420bis Wetboek van Strafrecht).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Het procesdossier van onderzoek ‘Weezing’ is opgesteld door Team Digitale Opsporing Den Haag. Het procesdossier is onderverdeeld in een algemeen dossier, vijf zaaksdossiers, getiteld betaalfraudepanel, phishing, entries, witwassen en criminele organisatie, en twee persoonsdossiers. Het algemeen dossier en de vijf zaaksdossiers hebben alle een afzonderlijke doorgenummerde bijlage. Daarnaast bestaat het dossier uit losse processen-verbaal en bijlagen. Enkele van die bijlagen zijn vanwege hun omvang alleen in digitale vorm beschikbaar; het betreft Excel-spreadsheets afkomstig van de logbestanden van het betaalfraudepanel en pdf-bestanden die op vordering van de officier van justitie geleverde gegevens van cryptovalutahandelaars Litebit en Bitvavo bevatten.
2.Het proces-verbaal restinformatie van 6 november 2020, bijlagen algemeen dossier, p. 1-5.
3.Het proces-verbaal van bevindingen van 4 november 2021, bijlagen zaakdossier phishing, p. 444-452.
4.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 4] , op 29 september 2022 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 december 2021, bijlagen zaaksdossier entries, p. 22-42.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 januari 2021, bijlagen algemeen dossier, p. 657-666.
7.Het proces verbaal van bevindingen van 26 oktober 2021, bijlagen zaaksdossier entries, p. 14-21.
8.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 januari 2021, bijlagen algemeen dossier, p. 657-666; het proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 73-79; het proces-verbaal van bevindingen van 30 december 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 462-469; het proces-verbaal van bevindingen van 30 december 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 494-496.
9.Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 1 april 2022, persoonsdossier [verdachte 1] , p. 32-39.
10.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 3] van 19 oktober 2021, persoonsdossier [verdachte 3] , p. 59-68.
11.Itsme is een Belgische dienst waarmee consumenten zich bij andere organisaties digitaal kunnen identificeren met inlogmiddelen van hun eigen bank, die lijkt op het Nederlandse iDIN.
12.Het proces-verbaal van bevindingen van 30 december 2021, bijlagen zaaksdossier entries, p. 22-42.
13.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 3] van 19 oktober 2021, persoonsdossier [verdachte 3] , p. 59-68.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 juni 2022, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 729-732.
15.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 december 2021, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 684-692.
16.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 juni 2022, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 729-732.
17.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 3] van 19 oktober 2021, persoonsdossier [verdachte 3] , p. 59-68.
18.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
19.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 4] , op 29 september 2022 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
20.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
21.Een geschrift, te weten het bestand ‘Entries wemoeteneten.online.xlsx’, digitale bijlage bij zaaksdossier phishing.
22.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
23.Een geschrift, te weten het bestand ‘Operator_logs wemoeteneten.online Weezing lazy.xlsx’, digitale bijlage bij zaaksdossier entries.
24.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
25.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte 3] van 19 oktober 2021, persoonsdossier [verdachte 3] , p. 59-68.
26.De bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen restinformatie van 6 november 2020, bijlagen algemeen dossier, p. 60-74, 88, 99, 104.
27.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
28.Het proces-verbaal van bevindingen van 23 december 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 480-493.
29.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
30.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 januari 2021, bijlagen algemeen dossier, p. 657-666.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, ongedateerd, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 507.
32.Een geschrift, te weten het bestand ‘Entries wemoeteneten.online.xlsx’, digitale bijlage bij zaaksdossier phishing.
33.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
34.Bijlage 5 bij het proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022 (los proces-verbaal).
35.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 16 oktober 2020, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 28-39.
36.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 20 oktober 2020, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 40-47.
37.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 8 oktober 2020, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 48-52.
38.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 8 oktober 2020, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 199-204.
39.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 28 mei 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 205-217.
40.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 18 april 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 393-404
41.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van getuigenverhoor van 25 mei 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, p. 468-469.
42.Een geschrift, te weten een Belgisch verhoorblad cybercrime van 23 maart 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, p. 498-502.
43.De in voetnoten 40, 41, 42, 43 en 45 genoemde geschriften.
44.Een geschrift, te weten bijlage 3 bij het losse proces-verbaal van 12 oktober 2022.
45.Het proces-verbaal van bevindingen, ongedateerd, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 516.
46.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 178-181.
47.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 28 mei 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 205-217.
48.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van getuigenverhoor van 25 mei 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, p. 468-469.
49.Het proces-verbaal van bevindingen van 19 juli 2021, bijlagen zaaksdossier witwassen, p. 186-187.
50.Het proces-verbaal van bevindingen, ongedateerd, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 516.-517.
51.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 178-181.
52.Een geschrift, te weten een Belgisch verhoorblad cybercrime van 23 maart 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, p. 498-502.
53.Het proces-verbaal van bevindingen, ongedateerd, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 507-508.
54.Een geschrift, te weten een Belgisch navolgend proces-verbaal van 17 december 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van 12 oktober 2022, p. 374.
55.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 28 april 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 415-420.
56.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 16 oktober 2020, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 30.
57.Het proces-verbaal van bevindingen van 25 juni 2021, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 22.
58.Een geschrift, te weten een Belgisch proces-verbaal van aangifte van 28 mei 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 485-491.
59.Een geschrift, te weten een Belgisch navolgend proces-verbaal van 21 december 2021, bijlage 5 bij het losse proces-verbaal van 12 oktober 2022, met bijlagen, p. 442-451.
60.Een geschrift, te weten het bestand ‘Resultaat bevraging Bitvavo [geldezel 2] .pdf’, digitale bijlage bij zaakdossier witwassen.
61.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2021, bijlagen zaaksdossier phishing, p. 178-181.
62.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
63.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 maart 2023.
64.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2021, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 85-86.
65.Een geschrift, te weten het bestand ‘Entries wemoeteneten.online.xlsx’, digitale bijlage bij zaaksdossier phishing.
66.De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 23 maart 2020.
67.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2021, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 693-706.
68.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 december 2021, bijlagen zaaksdossier criminele organisatie, p. 684-692.