Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de pleitnota’s van de zijde van [eisende partij] (twee stuks) en de Staat.
2.De feiten
informal leaders’ en dat hij wordt gedetineerd op een afdeling waar geen criminele subcultuur is.
informal prison hierarchy’ en ‘
inter-prisoner violence and intimidation’ veel zorgen zijn over de detentieomstandigheden in Moldavië. Daarnaast verwijst de rechtbank naar het Country Report om Human Rights for 2021 waaruit volgt dat in Moldavische gevangenissen sprake is van overbevolking, slechte hygiënische omstandigheden en onvoldoende gezondheidszorg. Hierbij heeft de rechtbank de minister gewezen op de hetgeen het EHRM heeft overwogen over de aan garanties van de Moldavische autoriteiten te stellen eisen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
substantial grounds”) zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon in geval van uitlevering een reëel risico (“
a real risk”) loopt te worden onderworpen aan foltering of aan een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Op grond van de overgelegde en aangehaalde rapporten moet worden aangenomen dat gedetineerden in Moldavische detentie, ook in de voor [eisende partij] aangewezen instellingen, een risico lopen op schending van artikel 3 EVRM. Een dergelijk risico kan worden weggenomen indien de verzoekende staat (hier Moldavië) desgevraagd garanties verleent. In de beschikking van 12 december 2022 heeft de minister geoordeeld dat er gelet op de door de Moldavische autoriteiten verstrekte garanties geen dreigende schending van artikel 3 is vast te stellen. In dit kort geding moet worden beoordeeld of de door de Moldavische autoriteiten gegeven garanties afdoende zijn.
It should be noted that, in all the above mentioned premises, the extradited person will be detained in one of the identified cells, which will provide a minimum of 4 square meters, excluding the area occupied by annexes/sanitary block (…)” [eisende partij] heeft gesteld dat in deze toezegging niet is gespecificeerd dat het gaat om een minimumruimte per gedetineerde. Hiertegenover heeft de Staat toegelicht dat hij in een recente zaak op dit punt bij de Moldavische autoriteiten om toelichting heeft verzocht en dat deze toezegging – mede gelet op de bij de Moldavische autoriteiten bekende CPT-normen – niet anders kan worden begrepen dan dat dit het aantal vierkante meters per gedetineerde betreft. Gelet hierop moet ervan worden uitgegaan dat bedoeld is een minimumruimte per gedetineerde, en dat de Staat Moldavië ook aan die norm kan (en zal) houden.
open air” en “
weather conditions”. Aannemelijk is dan ook dat het in beginsel gaat om een verblijf in de buitenlucht. De Staat heeft met verwijzing naar de rechtspraak van het EHRM gesteld dat wanneer de cel aan de CPT-normen voldoet, een verblijf op cel van 23 uur per dag geen schending van art 3 EVRM oplevert. Hoewel dat wel op zijn weg lag, heeft [eisende partij] niet aannemelijk gemaakt dat het in zijn geval anders ligt. Zoals hiervoor al is overwogen zijn zijn algemene stellingen over overbevolking en personeelstekort in dit verband onvoldoende.