ECLI:NL:RBDHA:2023:4378
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag Bpm en waardevermindering schade aan voertuig
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.M. Bothof, en verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had een naheffingsaanslag voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) ontvangen, welke hij aanvecht. De naheffingsaanslag was gebaseerd op een kilometerstand van 1.751, terwijl eiser stelde dat de juiste kilometerstand 21.795 was. Eiser voerde aan dat de naheffingsaanslag te hoog was en dat de waardevermindering wegens schade aan zijn Jeep Wrangler Unlimited niet correct was vastgesteld. Verweerder handhaafde de naheffingsaanslag en stelde dat de waardevermindering door schade € 9.760 bedroeg, wat door eiser werd betwist.
Tijdens de zitting op 15 februari 2023, die via videoverbinding plaatsvond, heeft eiser bewijsstukken overgelegd, waaronder een taxatierapport van CarTax. De rechtbank oordeelde dat eiser voldoende aannemelijk had gemaakt dat de kilometerstand van 21.795 correct was, maar dat de waardevermindering niet op de juiste wijze was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de schade aan de auto niet meer dan € 13.555 bedroeg, zoals vastgesteld door de Dienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ).
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, maar kende wel een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Eiser kreeg een schadevergoeding van € 500, waarvan € 125 aan de bezwaarfase en € 375 aan de beroepsfase. Daarnaast werden proceskosten vergoed. De rechtbank benadrukte dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde, omdat er geen toezegging was gedaan door verweerder. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.