Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 21 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Antwoord op vraag 2
Antwoord op vraag 3a tot 5b
- “
- “
- “
- “
Antwoord op vraag 6
illegale religieuze activiteiten” en dat verweerder derhalve niet ten onrechte heeft overwogen dat deze omstandigheid ernstig afbreuk doet aan de door eiser gestelde problemen met de Azerbeidzjaanse autoriteiten, zoals die hiervoor onder 1.1. (samengevat) staan beschreven. De door eiser overgelegde brief van de advocaat [naam 2] , waarin dezelfde problemen worden beschreven die ook door eiser naar voren zijn gebracht, maakt dat oordeel niet anders. Eiser wordt, gelet op de inhoud van het individueel ambtsbericht en de hieraan ten grondslag liggende stukken, niet gevolgd in zijn standpunt dat in Azerbeidzjan de gegevens van delicten een jaar na de tenuitvoerlegging worden verwijderd. Ook in de door eiser overgelegde documenten, zijnde twee vonnissen van de arrondissementsrechtbank te Baku van 14 mei 2018 en 2 oktober 2019, twee oproepen van het politiebureau van 25 februari 2020 en 4 maart 2020 alsmede een op 5 mei 2020 gedateerde beschikking van de onderzoeks- en opsporingsafdeling van het politiebureau te Baku, die door hem ter onderbouwing van zijn gestelde problemen met de Azerbeidzjaanse autoriteiten zijn overgelegd, heeft verweerder geen aanleiding hoeven te zien voor een ander standpunt. De rechtbank acht hiervoor van belang dat in het individueel ambtsbericht omtrent voornoemde documenten is vastgesteld dat geen sprake is van echte documenten. Omtrent de overige overgelegde documenten die zien op eisers identiteit, nationaliteit en herkomst alsmede zijn arbeidsverleden en de door hem ontvangen medische zorg, is de rechtbank met verweerder van oordeel dat deze niet de kern van het 3e relevante element raken.