In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023, met zaaknummer SGR 19/4317, is het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om intrekking van de omgevingsvergunning voor de bouw van een biomassacentrale beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep van twee eisers niet-ontvankelijk is, omdat zij niet het besluit hebben bestreden dat aan hen gericht was. Het beroep van de derde eiser is ongegrond verklaard. De rechtbank concludeert dat het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen in redelijkheid geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de vergunning in te trekken. De rechtbank stelt vast dat de vergunninghouder sinds het verlenen van de omgevingsvergunning geen handelingen heeft verricht, maar dat het college de belangen van de vergunninghouder zwaarder heeft laten wegen dan die van eiser 1, die zich zorgen maakt over milieu- en volksgezondheidsaspecten. De rechtbank benadrukt dat de omgevingsvergunning alleen betrekking heeft op de activiteit 'bouwen' en dat de andere belangen niet relevant zijn voor de beoordeling van de vergunning.